27 maart 2014
Op 7 december 2013 zijn er wijzigingen aangebracht in de Regeling optische en geluidssignalen 2009. Een van de wijzigingen is dat er strengere eisen worden gesteld aan de instructie van personen die gaan rijden met optische en geluidssignalen. De toekomstige voorrangsvoertuigbestuurders moeten na een speciale instructie in staat zijn om aan te geven:
Een andere wijziging is dat de Dienst Bedrijfsbeveiliging van TATA Steel is aangewezen als hulpverleningsdienst in de zin van artikel 1 van de regeling, en bevoegd is om met optische en geluidssignalen te mogen rijden.
Verder is er een wijziging aangebracht in de overgangsregeling van de uitvoering van de optische en geluidssignalen op 'oudere' voorrangsvoertuigen. In de Regeling optische en geluidssignalen 2009 worden eisen gesteld aan hoe het blauwe zwaailicht en de tweetonige hoorn van een voorrangsvoertuig zijn uitgevoerd. 'Oudere' voorrangsvoertuigen die op het moment van inwerkingtreding van de regeling op 1 maart 2009 al waren uitgevoerd met blauw zwaailicht en twee- of drietonige hoorn, dienen vanaf 1 maart 2014 ook aan bepaalde eisen te voldoen.
In de wijziging van de regeling is een nieuwe invulling gegeven aan artikel 7 lid 2 waarin staat beschreven aan welke eisen de signalen van 'oudere' voorrangsvoertuigen moeten voldoen:
Uiteraard moeten alle voorrangsvoertuigen van de brandweer, spoedeisende medische hulpverlening en politie (m.u.v. onherkenbare politievoertuigen), nieuw en oud, voldoen aan de eisen omtrent de door de Minister van Veiligheid en Justitie vastgestelde striping. Zie hiervoor www.striping.nl.
De Wet rijonderricht motorrijtuigen (WRM) is herzien in 2009. De definitie van rijonderricht is in de nieuwe WRM aangepast zodat ook elke vorm van bedrijfsmatig rijonderricht ten aanzien van het besturen van motorrijtuigen, gericht op het bijbrengen, behouden of verbeteren van de rijvaardigheid en geschiktheid om als bestuurder aan het verkeer deel te nemen, eveneens onder rijonderricht wordt begrepen. Voor al die bedrijfsmatige activiteiten is een WRM-certificaat vereist. Dit houdt in dat uitsluitend WRM-gecertificeerde instructeurs bevoegd zijn om theoretisch en praktisch rijonderricht te geven aan (toekomstige) bestuurders van voorrangsvoertuigen.
Er zijn enkele uitzonderingen hierop. De WRM-plicht is namelijk niet van toepassing op militaire rijinstructeurs en politierijinstructeurs voor zover zij werkzaam zijn binnen hun dienstverband en zij in het bezit zijn van een door de Minister aangewezen diploma. Daarnaast is er nog een andere uitzondering. Er is namelijk geen certificaat vereist voor het geven van theoretische scholing en bijscholing in het kader van vakbekwaamheid van bestuurders van motorrijtuigcategorieën C, C1, D of D1. Wel moeten betrokken instructeurs voldoen aan algemene bekwaamheidseisen om les te mogen geven in het algemeen zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Hoewel de wet in 2009 is veranderd, gaat de WRM-plicht in per 1 juni 2014. Op dat moment is de overgangstermijn van vijf jaar verstreken.