De wettelijke taak van de CI-IFV is het toezicht houden op en (her)certificeren van personen.
De CI verzorgt zowel de eerste certificatie (de initiële certificatie) als de hercertificatie. Hiervoor controleert de CI periodiek of gecertificeerde personen voldoen aan de gestelde eisen. Als beoordelingsrichtlijn gebruikt de CI werkveldspecifieke certificatieschema's die gelden voor verschillende functies. De CI vormt een oordeel en treft zo nodig maatregelen. De CI handelt m.b.t. certificatie conform het Handboek Kwaliteitszorg CI-IFV.
Onder het toezicht valt ook het erkennen van opleidingsinstellingen voor werken onder overdruk. Hiermee bewaakt de CI-IFV de landelijke kwaliteitsstandaarden van opleidingsinstellingen. De erkenning door de CI-IFV richt zich specifiek op de opleidingen brandweerduiker en duikploegleider bij de brandweer. Een erkenning verloopt volgens:
De door de CI-IFV erkende opleidingsinstellingen zijn:
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem dan gerust contact met ons op:
CI-IFVT.a.v. Bureau TECPostbus 70106801 HA ArnhemKemperbergerweg 7836816 RW Arnhem026 355 22 38tec@ifv.nl
U kunt bij de CI-IFV terecht voor de volgende vakbekwaamheidscertificaten:
Categorie
Omschrijving
D A2
Duikarbeid SCUBA tot 15 meter
Duikarbeid SSE tot 15 meter
F A2
Duikploegleider brandweer SCUBA tot 15 meter
Duikploegleider SSE tot 15 meter
Klik op de hyperlink voor het certificatieschema op de website wetten.nl. Hierin vindt u onder andere de toetscriteria (H10 en H11) waaraan certificaathouders moeten voldoen.
Wanneer u een duikfunctie binnen de brandweer wilt bekleden, dient u eerst de bijbehorende opleiding te volgen. Dit doet u op een door de CI-IFV erkende opleidingsinstelling. Na het volgen van de opleiding en het met voldoende resultaat afleggen van het bijbehorende examen, ontvangt u een IFV-diploma en IFV/SWOD certificaat via uw duikcoördinator of opleider. U wordt geregistreerd in het landelijk register van de SWOD. Hierna moet u zich houden aan afspraken ten aanzien van vakbekwaam blijven en hercertificatie om uw certificaat te behouden. Hiervoor tekent u een certificatie-overeenkomst met rechten en plichten van de CI-IFV en de certificaathouder.
Iedere twee jaar vindt een logboekcontrole plaats. Wanneer de certificaathouder in aanmerking komt voor een controle, vraagt de CI-IFV een kopie van het logboek op. Dit gebeurt in een brief aan de regionaal commandant.
Aanleveren logboekenDe logboeken van duikers en duikploegleiders moeten digitaal, als pdf, worden aangeleverd aan de CI-IFV. Dit verloopt via de regionaal duikcoördinatoren. De CI-IFV doet bij elke veiligheidsregio die in aanmerking komt voor een controle bij één duikteam een steekproef op locatie. De logboeken van dit team hoeven niet digitaal aangeleverd te worden. De CI-IFV meldt aan de regionaal commandant/regionaal duikcoördinator bij welk duikteam de steekproef plaatsvindt.
Aanleveren 1 dag voor einddatumEen certificaathouder heeft 24 maanden de tijd om aan de doorlopende beroepsvereisten te voldoen. De CI-IFV vraagt u om de documenten zes weken voor de einddatum voor portfoliocontrole of hercertificatie aan te leveren. Is dit niet mogelijk, omdat u nog niet voldoet aan de minimale beroepsvereisten, dan kunt u de documenten uiterlijk op de dag voor de einddatum aanleveren.
Aanleveren na einddatumHet komt voor dat een certificaathouder na herhaald aanmanen (dus geen onbedoeld nadeel) nalatig is om de gegevens aan te leveren. In dit geval wordt de certificaathouder op de datum van portfolio-onderzoek geschorst. Hij mag geen duikarbeid verrichten tot zijn doorlopende beroepservaring is aangetoond (zie Schorsing onder Maatregelen). Bij hercertificering komt het certificaat te vervallen op de einddatum.
De controleDe CI controleert d.m.v. een kopie van het logboek of de certificaathouder aan de eisen voldoet. Eisen aan het logboek van de duiker:
Eisen aan het logboek van de duikploegleider:
Feedback na controleDe CI-IFV verzendt een samenvatting van de bevindingen van de logboekcontrole schriftelijk naar de regionaal commandant en de regionaal duikcoördinator.
Alle duikers en duikploegleiders van de brandweer zijn per november 2012 gecertificeerd. Wanneer deze certificatie verloopt, moet u zich laten hercertificeren. Daarvoor moet u aan de gestelde voorwaarden voldoen.
Iedere 4 jaar vindt de procedure voor hercertificatie plaats. De datum van hercertificatie is altijd 1 november. Wanneer uw certificaat op 1 november verloopt, moet u de gegevens in september van dat jaar aanleveren bij de CI-IFV.
De controleDe hercertificatie bestaat uit:
Klik op de afbeelding om het stroomschema voor de hercertificatie duikploegfuncties te downloaden.
Overzicht hercertificering per groepHet land, en daarmee de populatie certificaathouders voor de brandweer, is in vier groepen ingedeeld. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de groepen.
Groep
Veiligheidsregio's
1
HaaglandenHollands-MiddenRotterdam-RijnmondZuid-Holland Zuid
2
FlevolandGooi & VechtstreekGelderland-MiddenNoord- en Oost-Gelderland(Gelderland-Zuid)TwenteUtrecht
3
Amsterdam-AmstellandDrentheFrieslandGroningenKennemerlandNoord-Holland NoordZaanstreek-Waterland
4
(Brabant Zuid-Oost)Brabant-NoordLimburg-NoordMidden- en West-BrabantZeelandZuid-Limburg
U voldoet bij logboekcontrole of hercertificatie niet aan de gestelde eisen of de CI heeft dat niet tijdig kunnen vaststellen. Wat gaat er dan gebeuren? Er zijn verschillende mogelijkheden.
SchorsingHier leest u in welke situaties schorsing kan plaatsvinden en hoe deze kan worden opgeheven (bron: werkveldspecifiek certificatieschema, hoofdstuk 6 Toezicht, artikel 6.5 Maatregelen artikel 6.5.1 Schorsing).
IntrekkingHier leest u in welke situaties de CI kan besluiten tot intrekking van een certificaat en wat u kunt doen als u na een intrekking opnieuw gecertificeerd wilt worden (bron: werkveldspecifiek certificatieschema), hoofdstuk 6 Toezicht, artikel 6.5 Maatregelen artikel 6.5.2 Intrekking).
WeigeringHier leest u in welke situaties de CI kan besluiten tot weigering van een certificaat (bron: werkveldspecifiek certificatieschema, hoofdstuk 6 Toezicht, artikel 6.5 Maatregelen artikel 6.5.3 Weigering).
Aanvullende maatregel: WaarschuwenEen waarschuwing heeft als doel de certificaathouder erop te wijzen dat het verwijtbaar gedrag zich niet meer mag herhalen (bron: werkveldspecifiek certificatieschema, hoofdstuk 6 Toezicht, artikel 6.5 Maatregelen artikel 6.5.4 Waarschuwing).
Bij waarschuwen kan de certificaathouder zijn werkzaamheden blijven uitoefenen. In aanvulling op artikel 6.2 Frequentie van het toezicht geldt:
In aanvulling op artikel 6.5.1 Schorsing geldt:De CKI besluit tot schorsing van een certificaat, indien de certificaathouder bij de tussentijdse controles de tijdelijke tekortkoming niet binnen de gestelde termijn heeft gecorrigeerd.
Certificaathouders die tijdens de portfoliocontrole of hercertificering niet voldoen aan de minimaal gestelde eisen vanwege bijvoorbeeld medische redenen, kunnen geen opschorting meer aanvragen. In het geval van de portfoliocontrole, wordt de certificaathouder geschorst als hij/zij niet voldoet aan de minimaal gestelde eisen. Afhankelijk van het aantal gemaakte/geleide duiken en het tijdsbestek dat de certificaathouder niet inzetbaar is geweest, zal de CI-IFV een maatregel opleggen. Na het voldoen aan de maatregel binnen de gestelde termijn wordt de schorsing opgeheven. Indien er niet voldaan wordt aan de maatregel, vervalt het certificaat. Indien een Brandweerduiker of Duikploegleider weer wil duiken, kan een aanvraag tot Herintreden gedaan worden bij de CI-IFV.In het geval van Hercertificering vervalt het certificaat als de certificaathouder niet voldoet aan de minimaal gestelde eisen. Wanneer de persoon weer klaar is voor re-integratie kan een Aanvraag ‘Herintreden’ worden ingediend bij de CI-IFV. De CI-IFV besluit over het te volgen traject tot herintreden.
Personen die een verlopen certificaat hebben en/of niet voldoen aan de eisen voor hercertificatie, moeten een initiële certificatie aanvragen met het formulier Aanvraag Herintreden. De CI stelt het theorie- en praktijkexamen vast. Hiermee wordt de vakbekwaamheid van de kandidaat getoetst. De kandidaat moet voldoen aan de gestelde entree-eisen. Uit het oogpunt van veiligheid kan de CI eisen dat de kandidaat eerst (een deel van) een opleiding volgt voordat een examen wordt afgenomen. De CI houdt rekening met de duikopleiding of certificatie op grond waarvan de kandidaat eerder vakbekwaam werd bevonden. Ook houdt de CI rekening met de duikarbeid die is geregistreerd in het duikerlogboek.
Het formulier Aanvraag Herintreden is op te vragen bij het IFV, Bureau TEC. Op grond van de aangeleverde gegevens neemt CI-IFV een besluit over de wijze waarop de herintreding plaatsvindt.
Als het herintredingstraject goed is doorlopen krijgt de kandidaat een nieuw certificaat en wordt opnieuw ingeschreven in het duikregistratiesysteem.
Re-integratie bij afwezigheid langer dan 3 maanden, minder dan 2 jaarWanneer een certificaathouder meer dan drie maanden (maar minder dan twee jaar) niet heeft gedoken of duiken heeft geleid, moet hij een re-integratieprogramma volgen. Het doel van dit programma is de duikvaardigheden en -kennis weer op operationeel niveau brengen. Dat is ten minste het examenniveau. Een instructeur specialisatie brandweerduiken beoordeelt dit niveau.
Bij het bepalen van de inhoud van het programma houdt de instructeur specialisatie brandweerduiken rekening met:
De oefenregistratie en het duiklogboek geven een beeld van de geoefendheid en repressieve ervaring van de betrokken duiker of duikploegleider.
De instructeur specialisatie brandweerduiken bepaalt aan de hand van bovenstaande variabelen een re-integratieprogramma. Hij bespreekt dit met de betrokkene. Daarna laat hij dit schriftelijk vaststellen door de leidinggevende van de betrokkene en de regionaal coördinator waterongevallenbestrijding. Bij voorkeur ondertekenen de instructeur en duikcoördinator het doorlopen re-integratieprogramma. De CI-IFV kan bij portfoliocontrole het re-integratieprogramma opvragen ter controle.
Re-integratie bij afwezigheid langer dan 2 jaarEen persoon die langer dan twee jaar niet inzetbaar is geweest, moet opnieuw opgeleid en geëxamineerd worden. Niet-repressieve inzetbaarheid als gevolg van een lange periode van verlof vraagt een ander opleidingsprogramma dan dat van een vergelijkbare periode als gevolg van een ernstig ongeval.
Indien een certificaathouder besluit te stoppen met zijn functie als Brandweerduiker en/of Duikploegleider bij de brandweer, kan de duikcoördinator dit melden bij Bureau TEC. De certificaathouder wordt dan geschorst op het moment van portfoliocontrole. Als binnen 3 maanden niet kenbaar wordt gemaakt dat hij/zij weer wil duiken/leiden, dan wordt het certificaat ingetrokken. Wanneer een persoon weer wil gaan duiken/leiden kan een Aanvraag ‘Herintreden’ worden aangevraagd bij de CI-IFV.
Certificatieovereenkomst CI-IFV De CI-IFV is bij wet verplicht een certificatieovereenkomst af te sluiten met de certificaathouder. Hierin worden de rechten en plichten benadrukt van de certificaathouder en de CI-IFV. De certificaathouder ontvangt de certificatieovereenkomst bij zijn initiële certificaat.
Geldigheid certificatenCertificaten zijn 4 jaar geldig. Daarna vindt hercertificatie plaats.
GeldigheidsconditiesDe geldigheidscondities staan op het verstrekte certificaat. Indien de certificaathouder niet voldoet aan deze condities kan de CI het certificaat schorsen of intrekken (zie Maatregelen bij niet voldoen bovenaan deze pagina onder het kopje Certificaten).
Kosten en betalingsvoorwaardenDe kosten voor initiële certificatie en voor de examens voor hercertificatie vindt u op MijnIFVexamens.
De CI-IFV is verplicht klachten adequaat te behandelen en transparant te zijn over de klachtenprocedure.
U kunt als examenkandidaat, conform het IFV Examenreglement, uw examenwerk inzien en bezwaar maken tegen de beoordeling van een proeve-onderdeel. Daarnaast kunt u bezwaar maken tegen een beslissing inhoudende de afgifte, opschorting, intrekking of weigering van een diploma. In de Uitvoeringsregeling Bezwaar en inzage worden nadere voorschriften beschreven op basis waarvan kandidaten bezwaar kunnen maken en inzage kunnen krijgen.
U kunt een klacht die geen betrekking heeft op een examen schriftelijk indienen bij de CI-IFV. Klachten worden behandeld volgens de procedure klachtenbehandeling van het IFV.
De minister van SZW is verantwoordelijk voor de inrichting van het certificatiestelsel. De minister wijst certificerende en keurende instellingen (cki's) aan die op een specifiek werkveld certificaten mogen verstrekken. De minister stelt de schema's voor aanwijzing en toezicht en de werkveldspecifieke certificatieschema's vast.
De Inspectie SZW controleert namens de minister of werkgevers en werknemers beschikken over wettelijk voorgeschreven certificaten. Zij toetst niet of de certificaathouder voldoet aan de eisen voor certificatie; dat doet de cki. De Inspectie SZW kan naar aanleiding van bijvoorbeeld een ongeval wel onderzoeken of het certificaat terecht was verstrekt. Ook houdt de Inspectie SZW namens de minister toezicht op de cki's. De Inspectie SZW kan gericht onderzoek doen bij een bepaalde cki of een groep cki's. Ook kan de Inspectie een bepaald thema of werkveld onder de loep nemen.*
SWOD is een private stichting binnen de sector Werken onder overdruk. SWOD beheert de werkveldspecifieke certificatieschema's voor aanwijzing en toezicht op certificatie-instellingen en de werkveldspecifieke certificatieschema's voor de persoonscertificaten. Het bestuur is verantwoordelijk voor alle bestuurlijke en organisatorische zaken. Bij totstandkoming van een schema toetst het bestuur of de juiste procedures zijn doorlopen. De SWOD valt niet onder het toezicht van de minister van SZW. Wel hebben de minister van SZW en de SWOD een aantal afspraken vastgelegd. Een van die afspraken is bijvoorbeeld dat de beheerstichting zorgt voor een evenwichtige samenstelling van het Centraal College van Deskundigen. Ook heeft de beheerstichting de Arbo catalogus Werken onder overdruk in beheer.*
Binnen de SWOD functioneert een Centraal College van Deskundigen (CCvD). Het CCvD is verantwoordelijk voor het opstellen van de werkveldspecifieke certificatieschema's. Daarnaast heeft het een adviserende taak richting het bestuur van de SWOD. In het CCvD zijn de disciplines defensie, brandweer, civiel en de betreffende cki's vertegenwoordigd. Deze partijen behartigen het belang van hun achterban namens werkgevers en werknemersorganisaties. Het CCvD is de plaats waar de deskundigen binnen de sector Werken onder overdruk elkaar ontmoeten. Gezamenlijk werken zij de eisen en richtlijnen voor hun werkveld uit in de werkveldspecifieke certificatieschema's.*
* Teksten zijn gebasseerd op Inspectie SZW Arbeidsomstandigheden, Een duik in het certificatiestelstel "Werken onder overdruk, 2013".
Bij verlies van uw certificaat kunt u een nieuw certificaat aanvragen bij de CI-IFV. Hiervoor stuurt u een ingevulde en ondertekende verklaring naar ons toe. Hieraan zijn kosten verbonden. Deze zijn op te vragen bij de CI-IFV.
De geldigheidsduur van het certificaat is op grond van de risicoanalyse 4 jaar. De risico's van de werkzaamheden worden beperkt door praktische bedrevenheid in de verrichtingen, vertrouwdheid met de werkomgeving en bekendheid met het functioneren van een duikploeg. De periode van 4 jaar is voor de certificaathouder noodzakelijk om deze doorlopende beroepservaring te onderhouden.
Indien de certificaathouder certificaten heeft in meerdere categorieën voor de brandweer (bijvoorbeeld A2 en B1) kan volstaan worden met één hercertificatie voor de meest uitgebreide scope voor de brandweer (B1). Indien u zowel een certificaat voor duikarbeid heeft als voor duikploegleider, dient u wel beide te laten hercertificeren.
Onder het kopje Herintreden vindt u meer informatie. U kunt vervolgens contact opnemen met de CI-IFV om het aanvraagformulier voor herintreden op te vragen of voor overige vragen.