In een van mijn eerdere blogs heb ik al eens geschreven over de mijnramp in Aberfan van vrijdag 21 oktober 1966. Voor mij is deze ramp onlosmakelijk verbonden met het klassieke boek van Barry Turner: Man made disasters.[1] Dat boek opende mijn ogen en betekende voor mij – hoewel ik dat toen nog niet wist – een werkzaam leven lang aandacht en interesse voor rampen en crisis. Het boek heb ik overigens één keer te vaak uitgeleend aan studenten die werkten aan hun scriptie. Turner komt in zijn studie met de theorie over de incubatietijd. In deze incubatietijd ontstaat een serie van afwijkende gebeurtenissen ('chain of discrepant events') die meestal onzichtbaar blijven. Rampen kennen dus vaak een lange voorgeschiedenis. Vaak zien wij vergelijkbare processen van onopgemerkte gebeurtenissen; genegeerde signalen; ambigue patronen; regels die minder strikt worden nageleefd en weerstand om aan het ergste te denken ('overconfidence').[2]
Eén van zijn casus – en voor mij de meeste aansprekende – was de ramp in Aberfan, een mijnbouwstadje in Wales. Op vrijdagmiddag 21 oktober 1966 stroomde een enorme berg met mijnafval over het naburige stadje Aberfan. In totaal kwamen 144 personen om het leven waaronder 116 kinderen. Al deze kinderen zaten op het moment van de ramp op de school waar deze vreselijke modderstroom van mijnafval precies overheen ging. Nederlanders kennen deze ramp niet, maar voor veel Britten is dat anders.
Aflevering 3 van de indrukwekkende Netflix-serie over Queen Elisabeth met de prachtige titel The Crown staat in het teken van deze mijnramp. In de aflevering gaat het niet alleen om de dramatische achtergronden van deze calamiteit, maar ook – het gaat immers over de koningin – om de wijze waarop Elisabeth daarmee omging. Ongetwijfeld zal de werkelijkheid iets anders zijn geweest, maar deze aflevering geeft een prachtig tijdsbeeld. Pas ruim een week na de ramp bezocht koningin Elisabeth Aberfan, legde een krans en sprak kort met enkele nabestaanden; ouders die soms in één keer twee of drie kinderen hadden verloren. Al op de dag van de ramp vroeg premier Wilson aan de koningin om naar Wales te gaan om daar blijk te geven van haar medeleven. Elisabeth weigerde dat. The Crown bezoekt eventueel een ziekenhuis met gewonden, maar gaat niet naar de plaats van het onheil, zo geeft de vorstin – fantastisch gespeeld door Olivia Colman – in de serie aan. Het zal indertijd vast wel iets anders zijn gegaan, maar feit is dat de koningin pas ruim een week na de ramp naar Aberfan ging en er toen kritiek in de media was over het gebrek aan empathisch vermogen van de vorstin.
Dat gemis aan empathisch vermogen is de kern van die aflevering. In Nederland zagen wij iets vergelijkbaars na de vliegramp op Tenerife (in 1977 leidde een botsing tussen een KLM- en Pan Am-vliegtuig tot 583 doden) waar het Koninklijk Huis om wat onduidelijke redenen opvallend afwezig was. Ook bij de herdenkingsdienst ruim een week nadien in de hangar op Schiphol was niemand van de koninklijke familie aanwezig.[3] Tijden veranderden gelukkig, want het bezoek van Beatrix aan de Bijlmer (vliegramp in 1992 ) en Enschede (vuurwerkramp in 2000) toonden aan hoe belangrijk juist in deze situaties het Koninklijk Huis kan zijn. Ook Willem-Alexander en Maxima vervulden een bindende rol na de ramp met vlucht MH17.
Wat is nu de link van deze aflevering van The Crown met crisismanagement? Ik zou zo al drie aspecten willen noemen: