De energietransitie doet ook haar intrede in de BRZO-sector en bij risicorelevante bedrijven. In deze blog beschrijf ik hoe een BRZO-bedrijf de invoering van hernieuwbare energie op zijn site heeft vormgegeven. Met de zeven tips wil ik andere BRZO- en risicorelevante bedrijven, maar ook adviseurs en inspecteurs, een referentie bieden bij hun activiteiten aangaande de energietransitie.
Ook in de BRZO-sector is de energietransitie in volle gang. Productieprocessen worden verduurzaamd, 'afvalstoffen/-warmte' worden hergebruikt en steeds meer duurzame/hernieuwbare energiebronnen worden toegepast. Afgelopen mei schreef ik hierover de blog[1] In het land der blinden … met als kern dat er onder inspecteurs, handhavers en bevoegd gezag geen eenduidig beeld bestaat over hoe met dergelijke innovaties moet worden omgegaan. Wet- en regelgeving biedt geen houvast voor innovaties in het algemeen en voor die gerelateerd aan de energietransitie in het bijzonder. Dat maakt het voor vergunningverleners, inspecteurs en handhavers soms lastig.
Ondertussen zien we dat bij sommige BRZO-bedrijven behoorlijk aan kennis- en ervaringsopbouw wordt gedaan. Een van de grote BRZO-inrichtingen in Nederland heb ik gesproken om te begrijpen wat er binnen hun eigen organisatie komt kijken om één van de toepassingen van hernieuwbare energie op hun site te realiseren[ 2]. Natuurlijk zijn er tal van andere activiteiten waar veiligheid ook aan de orde komt, maar op hoofdlijnen bieden de zeven punten hieronder een mooie procesmatige referentie voor andere bedrijven in de gevaarlijke stoffensector die met energietransitie-innovaties aan de slag zijn/willen gaan.
Het bedrijf kent een vastomlijnde procesgang: Idee --> Proof of Concept (PoC) --> Pilot --> Opschaling. Pas bij succesvolle afronding van een fase, volgt de start van de volgende fase. De procesgang is hieronder verhalend verwoord en opgedeeld in zeven (leer)punten.
1) Elk innovatief idee wordt door een multidisciplinair team gechallenged, met ook veiligheid als indicatorHet BRZO-bedrijf heeft voor het identificeren/innoveren een open benadering: ideeën kunnen van binnen en buiten de organisatie komen. Ideeën/innovaties worden beoordeeld door een interne multidisciplinaire groep van medewerkers en worden uitgedaagd/gechallenged en dan eventueel verder gebracht in het eigen innovatielab.
2) Er wordt voor de eerste toepassing gekozen voor een (intrinsiek) veilige locatieHet BRZO-bedrijf betrekt zijn terminals al in de PoC-fase bij innovaties en heeft al op voorhand een selectie gemaakt van welke terminals voor welk type innovaties geschikt zijn. De tweede stap waarin veiligheid reeds een rol speelt.
3) De multidisciplinaire uitwerking (engineering) heeft expliciete aandacht voor veiligheidVervolgens gaan de engineers aan het werk om ideeën verder uit te 'engineeren'. In die activiteiten komt veiligheid uiteraard aan de orde bij de gesprekken met de technische dienst, operatie (terminal), afdeling Safety health, environment and quality (SHEQ) via onder meer het Management of Change-proces (inclusief eventuele omgevingsvergunning). Parallel wordt al met externe deskundigheid de engineering uitgewerkt. Eisen worden gesteld door interne specialisten vanuit operatie, constructie, SHEQ en er wordt nagedacht wie er nog meer moet meedenken over de specificaties van de eisen (intern/extern).
4) Selectie van leverancier borgt ook de veiligheidDe selectie van de externe partij die installeert en mee-ontwerpt, gebeurt op basis van passend product, track record, deskundigheid én bekendheid met de organisatie van het BRZO-bedrijf. Het kent daarmee de kritische processen en organisatie(cultuur). Samen wordt een Proof of Concept uitgevoerd om te bezien of het uitgewerkte idee ook daadwerkelijk werkt en voldoet aan de criteria. Hierbij wordt gelet op:
5) Er vindt een grondige veiligheidsbeoordeling plaats in de pilotDaarna wordt de Proof of Concept in een pilot omgezet. Het uitgewerkte concept wordt op een veilige locatie gerealiseerd. Bij de beoordeling van de pilot spelen de eisen zoals die ook al bij de beoordeling van de Proof of Concept een rol spelen, ook hier weer een rol. Veiligheid speelt de belangrijkste rol in de beoordeling van het welslagen van de pilot.
6) Opschaling van een minder gevaarlijke locatie naar een meer risicovolle toepassingPas als de pilot positief is beoordeeld, wordt gekeken naar verdere opschaling, dus bijvoorbeeld naar andersoortige opslagtanks, zoals bijvoorbeeld K3-tanks of zelfs K2- en K1-tanks.
7) Overleg met bevoegd gezag en vergunningverlening (mogelijk zijn zij al betrokken bij de pilotfase)Tot slot wordt ook dat (opgeschaalde) concept verder uit ge-engineerd. Omdat hier mogelijk bevoegd gezag en vergunningverlening een rol gaan spelen, worden die hierbij betrokken.
De energietransitie leidt tot tal van initiatieven, ook in de BRZO-sector en bij risicorelevante bedrijven. Niet alle veiligheidsrisico's van de energietransitie worden evengoed begrepen, noch zijn er regels voor om deze af te dekken. Dat is des te spannender in een gevaarlijke stoffensector, zoals de BRZO sector, en misschien nog wel meer: de risicorelevante bedrijven (zie ook de IFV-publicatie over de risico's van deze categorie bedrijven) [3]. Desalniettemin wordt er op tal van plekken hiermee ervaring en kennis opgedaan. Ongeacht de grote variëteit in innovatieve en nieuwe toepassingsvormen van hernieuwbare energieconcepten, bieden de zeven hier beschreven veiligheidstips een (procesmatige) referentie voor bedrijven, inspecteurs en adviseurs waarmee de energietransitie in de gevaarlijke stoffensectorveilig(er) vormgegeven kan worden.
Nils Rosmuller
[1] https://www.gevaarlijkelading.nl/blog/energietransitie-brzo-land-het-land-der-blinden
[2] Met dank aan het bedrijf voor het geven van de waardevolle informatie over zijn aanpak. Op verzoek van het bedrijf noem ik de naam niet.
[3] https://www.ifv.nl/kennisplein/Documents/20190513-IFV-Veiligheidsaspecten-van-net-niet-BRZO-bedrijven.pdf