First responders zijn een nieuw fenomeen in het veiligheidslandschap rond risicobedrijven. Een maatwerkoplossing die het gat vult tussen bedrijfshulpverlening en een aangewezen bedrijfsbrandweer. Zouden first responders ook in een bedrijfsbrandweeraanwijzing conform BRZO kunnen worden opgenomen om de maatgevende risico's af te dekken? Niet zondermeer, maakten de conclusies van de netwerkdag van het LEC BrandweerBRZO op 10 november 2016 duidelijk. De wet laat formele aanwijzing niet toe en er is onduidelijkheid over borging van kennis en kunde van deze functionarissen. Maar onder voorwaarden zouden first responders ook bij BRZO-inrichtingen wel een (beperkte) rol kunnen vervullen in de eerste respons bij incidenten. Volop stof tot discussie voor de deelnemers aan de netwerkdag.
De netwerkdag begint met een rondje bijpraten over de stand van zaken in het BrandweerBRZO-landschap. Bij enkele interregionale samenwerkingsverbanden is de wacht gewisseld, Annemarie van Daalen wordt voorgesteld als nieuwe stuurgroepvoorzitter van het LEC BrandweerBRZO en het Jaarplan 2017 passeert de revue. Belangrijke projecten komend jaar zijn de BRZO+ thema-inspectie 'ageing', de landelijke uitvoering van het beoordelen van implementatieplannen in het kader van PGS29, een innovatieonderzoek naar alternatieven voor fluorhoudende schuimmiddelen, actualisering van het aanwijsbeleid bedrijfsbrandweren en ontwikkeling van een nieuwe handhavingsstrategie voor de inspectiediensten.
Annemarie van Daalen, nieuwe stuurgroepvoorzitter van het LEC BrandweerBRZO
Dagvoorzitter Erwin de Bruin neemt de ontwikkelingen rond het BRZO+ door. De uitdaging voor komend jaar is om de multi BRZO+ samenwerking in de samenwerkingsgebieden meer body te geven. De één-overheidgedachte wordt in 2017 versterkt door na een BRZO-inspectie één gezamenlijke brief namens alle betrokken inspectiediensten te versturen. Eén brief, één boodschap, maar zonder te tornen aan de specifieke bevoegdheden van de diensten en hun achterliggende bevoegde gezagen. Aansluitend belicht Brian Mo-Ajok het impulsprogramma Omgevingsveiligheid. Ook een multi-programma, met als grootste uitdaging dat het budget krimpt, zodat met minder mensen hetzelfde resultaat moet worden geboekt. De opgave voor de samenwerkende partijen in het impulsprogramma voor 2017 is dan ook: focus op prioriteiten.
Dagvoorzitter Erwin de Bruin
Een ander issue van belang in het ochtendprogramma is het Afwegingskader plasbranden in tankputten. Het LEC BrandweerBRZO heeft dit instrument ontwikkeld in een werkgroep waaraan ook de industrie, omgevingsdiensten en de Inspectie SZW deelnamen. Achtergrond is de bestuurlijke brief van staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu over implementatie van de PGS29 richtlijn bij BRZO-bedrijven. Volgens die brief hebben hoogrisicobedrijven tot 1 mei 2017 de tijd om een implementatieplan op te stellen voor maatregelen om tankputbranden effectief te beheersen en te bestrijden. Bedrijven moeten de risico's van een tankputbrand inzichtelijk maken op basis van de aard van de opgeslagen stoffen, omgevingsfactoren (kwetsbare objecten, kans op domino-effecten), aanwezigheid van brandbestrijdingsvoorzieningen en de tijd-tempofactor van voorzienbare scenario's en de respons bij brand. Het afwegingskader helpt bedrijven een onderbouwde keuze te maken tussen bijvoorbeeld een stationaire blusvoorziening of een mobiele voorziening zoals de IBP en TPB van de Gezamenlijke Brandweer of AMAS-AYMA in Amsterdam.
Warmtestralingscontouren stonden al eerder op het programma tijdens een netwerkdag en ook in deze editie is nieuws te melden over dit onderwerp. Onderzoeker Ronald Heus van het IFV licht het onderwerp toe. Een onderzoek dat het IFV uitvoerde in samenwerking met de North Carolina State University, gaat uit van het voorkomen van onaanvaardbare risico's, door niet het optreden van brandwonden maar de pijngrens als criterium voor blootstellingsnormen te nemen. Omdat pijnsensoren in de bovenste huidlaag liggen, is de gedachte dat mensen in de nabijheid van een extreme hittebron tijdig een pijnsignaal krijgen, zodat zij zich kunnen terugtrekken vóórdat brandwonden ontstaan.
Ronald Heus, onderzoeker bij het IFV, licht het onderzoek naar warmtestralingscontouren toe.
Diverse typen operatorkleding en brandweerpakken, inclusief gealuminiseerde hittepakken, zijn uitvoerig getest onder extreme stralingscondities. Op basis van de uitkomsten van die testen is een matrix opgesteld die weergeeft wat de maximale blootstellingsduur is voor mensen in operatorcondities en brandweerlieden met uitrukkleding of een extra hittewerend pak. De matrix is conservatief, dus er is een flinke veiligheidsmarge. Safety first! Het LEC BrandweerBRZO heeft voor het brandweerveld een handreiking geschreven, welke in november 2016 wordt gepubliceerd op internet, waarin de normen op basis van het onderzoek zijn vastgelegd. Het thema hittestress en stralingscontouren is een mooi opstapje naar het kernthema 'first responders', omdat ook voor deze nieuwe categorie hulpverleners de vraag geldt aan welke risico's zij redelijkerwijs mogen worden blootgesteld.
Drie inhoudsdeskundigen zoomen vanuit hun eigen invalshoek in op het fenomeen first responder. Paul Toonen van het NIBHV schetst de eigenschappen van de teams, die onofficieel ook wel worden aangeduid als BHV-plus of bedrijfsbrandweer-min. In essentie is een first responderteam de operationele component van een bedrijfsnoodorganisatie nieuwe stijl voor risicobedrijven. Toegespitst op specifieke maatscenario's, waarvoor de teamleden zijn opgeleid en getraind en waarvoor zij de benodigde materialen en uitrusting hebben; niet meer. Geen formele bedrijfsbrandweer dus, zoals bedoeld in de Wet veiligheidsregio's artikel 31.
Met name voor risicobedrijven zonder aanwijzing zijn de first responders een uitkomst, want een volledige brandweerorganisatie met genormeerde opleiding en genormeerd materieel is voor die bedrijven vaak te zwaar. De vraag om een alternatief kwam vanuit de industriële branchevereniging VNCI, die het IFV benaderde. Het IFV op zijn beurt ging te rade bij het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening (NIBHV). Het NIBHV dook in het dossier, stelde kaders op en ontwikkelde les- en leerstof voor first responders. Inmiddels worden via een aantal geselecteerde opleidingsinstituten opleidingen en trainingen aangeboden, die door het NIBHV worden geëxamineerd. Risicomijdend optreden voor mensenredding en bedrijfscontinuïteit is het kenmerk van first responders.
Hoe kijkt de brandweerwereld aan tegen het nieuwe fenomeen? Leonie Mentink, voorzitter van de BrandweerBRZO werkgroep bedrijfsbrandweren, beantwoordt de vraag of BRZO-bedrijven met een bedrijfsbrandweeraanwijzing ook met first responders aan de opgelegde prestatie-eisen kunnen voldoen. Niet zonder meer, stelt zij, want dat laat de wet niet toe. In de aanwijsbeschikking mogen alleen functies worden aangewezen die voorkomen in het Besluit personeel veiligheidsregio's, zoals 'industrieel manschap A'. Dit is de basisopleiding voor manschappen van de overheidsbrandweer, maar dan toegespitst op industriële incidentscenario's en ontdaan van kennisballast die een bedrijfsbrandweer toch niet nodig heeft. Een aanwijzing gebeurt dus op basis van toetsbare kwaliteits- en opleidingsnormen, die voor brandweerfuncties wel formeel zijn vastgelegd en geborgd en voor first responders (nog) niet. Toch zou later in een zaaldiscussie blijken dat met een omweg first responders wel degelijk kunnen worden aangewezen, voor situaties waarvoor volledige brandweerkennis niet vereist is. Simpele handelingen, zoals het in werking stellen van een stationaire blusmonitor (op de knop drukken) bijvoorbeeld. Maar uit het betoog van Leonie Mentink blijkt dat first responders voor de (bedrijfs)brandweer nog een grijs gebied zijn.
Dat neemt niet weg dat verschillende bedrijven in Nederland inmiddels een bedrijfsnoodorganisatie met first responders hebben geïmplementeerd, zoals aardappelverwerkend bedrijf AVEBE, chocoladerepenfabrikant Mars en chemisch bedrijf Albemarle. Jeroen Tito, Brzo-coördinator van Albemarle, vertelt hoe een risicoanalyse op zijn bedrijf duidelijk maakte dat de maatgevende risico's prima met first responders kunnen worden afgedekt. Het bedrijf is bezig met de implementatie van first responders. De nadruk ligt op mensenredding en eerste maatregelen voor bedrijfscontinuïteit. Brandscenario's bij Albemarle zijn van dien aard dat blussing voor een compacte bedrijfsnoodorganisatie geen optie meer is, dus ligt de nadruk op evacuatie. Als een beginnende brand niet meer met kleine blusmiddelen te behappen is, dan laten de first responders het over aan de overheidsbrandweer.
In het middagprogramma wordt het thema in vier workshops met stellingen en casus uitgediept. De deelnemers worden verleid na te denken over de kansen en beperkingen van first responders in termen van scenario's, wettelijke eisen aan risicobedrijven en risico's voor de first responders. De overkoepelende conclusie van de workshopronden is dat first responders lastige materie zijn voor de wetgever en de toetsende overheid. Belangrijke bezwaren tegen het systeem zijn dat de opleidings- en kwaliteitscriteria nog onduidelijk en moeilijk toetsbaar zijn. Er is dan wel een landelijk kader en uniforme leerstof, maar in feite mag iedere opleider cursussen en trainingen aanbieden. Dus hoe wordt de kwaliteit bewaakt en geborgd?
Voor bedrijven die een 'harde' bedrijfsbrandweeraanwijzing hebben, zijn first responders eigenlijk geen optie, wijst discussie tijdens de workshops uit. Als de maatgevende risico's vragen om een bedrijfsbrandweer met slagkracht en brandweerkennis, dan moeten die normen gevolgd worden en hebben first responders geen toegevoegde waarde. Voor bedrijven met een minder zwaar risicoprofiel kunnen ze in principe wel een rol spelen, maar dan moet in het kader van vergunningverlening en inspectie wel kunnen worden aangetoond dat zij op gelijkwaardig niveau invulling geven aan de overheidseis aan het bedrijf om afdoende maatregelen voor incidentbeheersing te nemen. First responders met een degelijke opleiding en goede persoonlijke beschermende uitrusting kunnen bijvoorbeeld prima worden ingezet om bedrijfsprocessen stil te leggen en stationaire blusinstallaties (monitoren) in werking te stellen. Eenvoudige incidentbestrijdingstaken dus. Meerdere discussiedeelnemers hameren erop dat, zodra inhoudelijke brandweerkennis vereist is voor juiste afweging van risico's en inzettactieken, een erkende (industriële) brandweeropleiding vereist is.
Een van de risico's waarop workshopdeelnemers wijzen is dat, wanneer de overheidsbrandweer arriveert, en zij een bedrijfsresponsteam in brandweerkleding en met ademlucht aan het werk treft, de indruk kan worden gewekt dat dat team op hetzelfde niveau als de brandweer kan opereren. Dat verwachtingspatroon kan tot problemen leiden en kan first responders ongewenst in de gevarenzone brengen. Hoe gaat de OvD of bevelvoerder van de overheidsbrandweer daarmee om? De regelgeving schrijft voor dat bij calamiteiten de overheid de lead heeft en dat alle bedrijfsresources zich moeten schikken onder het commando van de overheid. De leiding van de overheidsbrandweer is ook verantwoordelijk voor de veiligheid van de leden van de bedrijfsnoodorganisatie. Durft een bevelvoerder of OvD het aan om ze onder zijn leiding in te zetten? Een lastige kwestie.
Aan de andere kant, wegsturen, zoals een van de stellingen luidde, is ook niet handig. Want de brandweer moet wel met alle schakels van de bedrijfsnoodorganisatie samenwerken. Gidsing en ondersteuning met specifieke bedrijfskennis zijn essentieel voor de overheidsbrandweer, die op haar beurt die kennis weer niet heeft. Het komt dus aan op het vinden van een goede samenwerkingsmodus met waarborgen voor de persoonlijke veiligheid van de first responders. Door gezamenlijk oefenen en heldere communicatie kunnen de werelden van de brandweer en first responders dichter bij elkaar worden gebracht.
De opbrengsten van de middag zullen bijdragen aan het bepalen van standpunten rond de inzet van first responders in de bedrijfsbrandweerorganisatie.
Jan Meinster
~
Mieke van Alphen
Brian Mo-Ajok
Downloaden