Een aantal weken geleden zag ik een tweet van Wouter Jong voorbijkomen, waarin hij aangaf dat hij het laatste boek van Femke Halsema, getiteldPluche, gekocht had en dat hij dat wilde gaan lezen [1]. Of Wouter Jong dat al gedaan heeft weet ik niet, maar ik heb het boek gekocht en het de afgelopen dagen tijdens mijn vakantie in Frankrijk gelezen. En ik moet zeggen, dat is me bepaald niet tegengevallen. Bewust zeg ik het zo, omdat de stukken in NRC en Volkskrant die ik bij het verschijnen van Pluche las (en de nieuwtjes) me niet enorm aanspraken. Ik vond het wat pedanterige stukjes; Halsema zou door de PvdA gevraagd zijn als minister (laatste kabinet); Halsema die met Mark Rutte en Alexander Pechtold tijdens de formatieonderhandelingen grappige onderonsjes had, de drie politici ergerden zich aan de informateurs en aan Job Cohen die dan weer vooral oog had voor de snoeppot (tijdens de onderhandelingen op tafel).
Het boek boeide me uiteindelijk veel meer dan ik had gedacht. Het is lastig uit te leggen waarom, maar onderstaand doe ik een poging.
Ik heb de Nederlandse politiek altijd vrij intensief gevolgd. Ik ben zelf een kleine tien jaar zeer actief geweest in de lokale politiek (raadslid, fractievoorzitter e.d.) en ook in mijn werk heb ik redelijk vaak van doen (gehad) met politici. Typerend voor crisisbeheersing is dat het gaat om vrij zeldzame gebeurtenissen, maar als die zich voordoen, komen wel snel leidende politici in beeld. Centralisatie van besluitvorming noemde Uri Rosenthal (die ook in het boek - niet al te positief - voorkomt) dat al. Als het spannend wordt, verwachten wij wat van onze politieke leiders en de bestuurlijke autoriteiten. Pluche geeft een mooie beschrijving van enkele van de belangrijke crises die ons land de afgelopen jaren gekend heeft. Met name de gevolgen van de moord op Fortuyn en op Van Gogh, maar ook kleinere casus als het uitkomen van Fitna en het drama met GroenLinks-Kamerlid Singh Varma (die een ernstige ziekte simuleerde) passeren de revue. Vooral boeiend is de casus (en crisis) rond Ayaan Hirsi Ali, met wie Halsema een goede persoonlijke relatie had opgebouwd (terwijl zij het inhoudelijk op vele punten volstrekt oneens was met de 'doorgeslagen' Hirsi Ali). Deze casus leert – wij weten het vaak wel, maar realiseren ons het soms onvoldoende – hoe gelaagd een dergelijke casus is en welke verborgen agenda's er bij hoofdrolspelers als - in dit geval - minister Verdonk speelden. Verdonk wilde vooral – zoals ze dat vaker deed – scoren op mediagevoelige individuele gevallen en in het geval van Hirsi Ali vooral door zich te positioneren als heel erg stevig, vasthoudend en de wetten strikt volgend. Een casus staat alleen nooit op zichzelf. Diezelfde Verdonk probeerde enkele weken later de nieuwe partijleider van de VVD te worden. Bij alle beslissingen, coalities en verbondjes spelen historische, persoonlijke, emotionele en mediagenieke aspecten een rol. Zo leert het boek dat D66 medio 2010 vooral zo gefrustreerd was over de PvdA, omdat Cohen een dag na het overlijden van partijoprichter en icoon Hans van Mierlo zich als de nieuwe PvdA-leider kandideerde. De PvdA had niet de beschaving D66 enkele dagen de aandacht te geven in de media die zij met het overlijden van haar voormalig voorman verdiende. Dergelijke gevoeligheden en persoonlijke zaken spelen - natuurlijk - veel vaker en in de bijna 400 pagina's komen vele van dergelijke 'weetjes' langs.
Het boek geeft daarmee een mooie inkijk in de recente politieke geschiedenis. Uiteraard door de ogen van een direct betrokkene die nooit neutraal zal en kan zijn. Tegelijkertijd toont Halsema zich wel zo analytisch (en een vrouw … mannen zijn daar soms toch wat moeilijker in) dat ze vele keren gewoon aangeeft waar ze zelf een verkeerde inschatting maakte, fouten maakte en mogelijk wat eenzijdig was in haar analyse. Ook blijkt goed wie wel en wie niet in de Haagse kaasstolp werd gewaardeerd door Halsema (vrienden met Jan Peter Balkenende en Maxime Verhagen is ze nooit geworden) en ook – ook niet nieuw – hoe belangrijk enkele Haagse anchormen en verslaggevers waren en zijn. Ten slotte geeft het boek een inkijkje in het functioneren en soms disfunctioneren van een politieke partij. Halsema ontwikkelde zich tot een fenomeen – zeer gewild om al haar beschouwingen en commentaren in de media – dat het pluche niet haalde, maar wel een belangrijke bijdrage leverde aan de recente politieke geschiedenis. Het is echt te hopen dat er in de toekomst meer van dergelijke politieke memoires (Balkenende, Cohen, Pechtold, maar ook Arie Slob) verschijnen. Al was het maar om op basis van verschillende verhalen een nog betere balans van 15 bewogen jaren te kunnen opmaken.
Zowel vanuit politiek-bestuurlijk als vanuit crisisperspectief dus zeker de moeite waard!
Menno van DuinLector Crisisbeheersing, Instituut Fysieke Veiligheid
[1] Met dank aan Vina Wijkhuijs voor enkele goede suggesties.