Ten behoeve van incidentbestrijding gebruikt brandweerpersoneel ademluchtbescherming. Ademhalings-bescherming zorgt ervoor dat de in te ademen lucht vrij is van gevaarlijke stoffen. Dat kan op twee manieren: onafhankelijk door schone lucht aan te voeren of afhankelijk door de omgevingslucht te zuiveren met een filter. Denk bij onafhankelijke adembescherming aan het gebruik van een ademluchttoestel tijdens brandbestrijding of een duiktoestel bij waterincidenten en bij onafhankelijke ademlucht een masker voorzien van een filter(s) voor werkzaamheden in de warm-zone, bij brandonderzoek maar ook tijdens langdurige natuurbrandbestrijdings-activiteiten.
Binnen Brandweer Nederland worden vragen gesteld over de volgelaatsmaskers in relatie tot gezichts-beharing. Het gaat met name om de vraag in hoeverre brandweerpersoneel een baard mag dragen en wat het beleid hierover is. Baardgroei en andere oneffenheden kunnen er voor zorgen dat de aansluiting van het ademluchtmasker op de huid wordt belemmerd en daardoor niet geheel afsluit. Gevolgen hiervan kunnen zijn dat door de lekkage ademlucht ontsnapt en/of gevaarlijke stoffen via de lekkage in het masker komen.
Dit geldt ook voor wanneer het volgelaatsmasker op een balaclava wordt geplaatst of in combinatie met een bril wordt gedragen. Wanneer het gelaatsmasker niet goed functioneert (lekt) loopt de drager onnodige risico’s. Dit is niet alleen van belang voor de persoonlijke veiligheid van de drager maar ook voor die van de partner/buddy. Lekkage dient dus zoveel mogelijk voorkomen te worden. Naast het verlies van ademlucht is het mogelijk (ook bij overdruk) dat er gevaarlijke stoffen in het masker terecht komen.
Downloaden