Hoewel ik al eerder een blog aan GRIP wijdde, wil ik er toch – naar aanleiding van een plug-in sessie over het thema Bevolkingszorg (op 12 juni jl. bij het IFV) – nog een keer wat over zeggen. Er bestaat bij mensen de laatste tijd soms de neiging om te denken dat flexibel omgaan met GRIP betekent dat je GRIP zoveel als mogelijk zou moeten vermijden. 'Geen GRIP' is dan het ultieme doel. In plaats daarvan zou ik de volgende stelling als leidraad willen nemen: GRIP is een hulpmiddel (zeker geen doel!) dat bewezen heeft een aantal processen te kunnen bewerkstelligen (focus van betrokkenen, organisatie van de structuur, informatiemanagement en verslaglegging) en alleen al daarom betekenisvol is.Helaas – zou ik haast zeggen – zien wij, en ook tijdens de plug-in sessie kwamen de voorbeelden weer volop langs, dat organisaties vaak erg rigide omgaan met GRIP. Die rigiditeit is erin gelegen dat vaak vergeten wordt dat een burgemeester helemaal geen GRIP (en dus ook zeker geen GRIP-3) nodig heeft om betrokken te zijn en gebruik te maken van (nood)bevoegdheden. Het is daarom ook geen drama als een burgemeester een poosje in een CoPI-bak zit of langskomt bij het ROT. Ook zonder GRIP-3 kan en moet een burgemeester gewoon doen wat hem of haar goeddunkt. Nu is bekend dat er (in de grote steden, maar waarschijnlijk ook breder) een tendens bestaat om vanwege de (mogelijke) media-aandacht niet op te schalen of op een lager GRIP-niveau te blijven dan feitelijk wenselijk is. In mediaberichten wordt immers GRIP-4 wel het 'hoogste opschalingsniveau' genoemd en GRIP-3 een 'plaatselijke ramp'. Het gebrek aan nuchterheid bij de media en ook het gebrek aan uitleg over GRIP heeft dat proces (van niet of lager opschalen) zeker versterkt. Op zich is dat niet erg, als in ieder geval maar wel (en daar komt de flexibiliteit om de hoek kijken) de structuren die we met elkaar hebben afgesproken gewoon worden gebruikt. Dan noemen we het maar een 'licht, grijs, informeel of schaduw-ROT'. Big deal. Als we maar de waarde van het hulpmiddel als zodanig benutten. Tijdens de vluchtelingencrisis heeft menig regio en gemeente naar eigen tevredenheid binnen de crisisstructuur (al dan niet formeel GRIP-2 noemend) gewerkt. Prima dus! Toch zien wij ook dat de gemeentelijke structuur (ofwel het thema Bevolkingszorg) nog erg rigide is opgehangen aan GRIP. Zonder GRIP worden vaak processen van bevolkingszorg niet opgestart: "zonder GRIP-2 komt mijn organisatie niet in de benen". Te veel wordt GRIP nog steeds gezien als het 'brandweerspeeltje' en wordt de intrinsieke waarde ervan onvoldoende onderkend. Maar ook de algemeen commandant bevolkingszorg kan natuurlijk gewoon aangeven dat hij prijs stelt op het instellen van een CoPI of ROT (annex planningsstaf). En geregeld zullen er ook situaties zijn waarin er niet of nauwelijks een herleidbaar 'plaats incident' is, maar er wel structuur in de aanpak gewenst is (dus bijvoorbeeld een ROT). Ten slotte is er nog – zo kwam ook tijdens de plug-in ter sprake – de overgang van de acute fase naar de nafase, die natuurlijk veel meer behelst dan alleen 'nazorg'. Steeds meer gaat het besef leven dat de overgang van 'acuut' naar 'nafase' (van 'warm' naar 'koud' wordt dat wel plastisch genoemd) goed moet worden ingebed, zodat er geen nafase-thema's tussen wal en schip belanden. Dat geldt natuurlijk ook als GRIP meer informeel wordt gebruikt. De overgang vraagt dan misschien nog wel meer aandacht in zorgvuldigheid. Zo is er soms – en daar was de 'hagelstorm' of beter gezegd de 'clusterballenregen' in Zuidoost-Brabant (juni 2016) een goed voorbeeld van – een omvangrijke nafase die wat 'vergeten' wordt, vanwege het feit dat er geen reguliere GRIP-opschaling heeft plaatsgevonden. Nu schaalde in Zuidoost-Brabant de regio een dag of acht (en daarmee wat laat) na het enorme noodweer op. Daarbij speelde zeker mee – zoals tijdens de plug-in een van de aanwezigen aangaf – dat een goede monitoring en informatiepositie ('beeldvorming') noodzakelijk zijn. Niet alleen om inzicht te krijgen in de potentiële problemen, maar ook om te kunnen zien wat er in de nafase aan gecoördineerde inzet nodig is. Ook dan kan de GRIP-structuur helpen de relevante partijen aan tafel te hebben of te krijgen.
Links naar literatuurVluchtelingencrisis 2015: Lessen uit de crisisnoodopvangHagelstenen zo groot als tennisballenDe flexibiliteit van GRIP