Deze week werd ik benaderd door een journalist of ik tijdens een radio-uitzending commentaar zou willen geven op de vraag van D66-Kamerlid Sneller aan premier Rutte om voor bijzondere gelegenheden als Prinsjesdag een minister en een Kamerlid aan te wijzen als ‘designated survivors’ [1]. De Netflix-serie Designated Survivor – die aanleiding gaf tot deze vraag – kende ik (nog) niet, maar nadat de verslaggever mij wat had uitgelegd en we er even over hadden gesproken, kwamen bij mij de volgende gedachten op.
Ten eerste vroeg ik mij af hoe vaak we nog fictie en werkelijkheid aan elkaar zullen koppelen? Vandaag is het dit; wat is het morgen? De ene keer wordt de vraag gesteld of het verbranden van spullen in de tv-serie Robinson wel verantwoord is; de andere keer gaat het erom of het wel kan dat Gordon, ondanks eerdere toezeggingen, toch niet ging trouwen. Een dergelijke reactie is natuurlijk kinderachtig. Toch kan ik me heel goed voorstellen dat – zoals er nu initiatieven worden ontplooid – het concept van ‘de rijdende rechter’ ook in de praktijk van alledag buitengewoon goed zou kunnen werken. Hoeveel burenruzies zijn er bijvoorbeeld wel niet vanwege almaar groeiende bomen en struiken? Geef gewoon een flink aantal rechters een autootje om die verzuurde relaties weer te herstellen.
Ramponderzoekers weten natuurlijk al langer dat echte rampen en crises de meest extreme verwachtingen kunnen overtreffen. ‘Onmogelijke rampen’ noemde de Leidse hoogleraar Wagenaar dat fenomeen; Taleb spreekt van ‘de zwarte zwaan’. Rampen zijn vaak onvoorstelbaar (een tsunami die een kernramp veroorzaakt). Laat staan als er opzet in het spel is (en – binnen één uur – twee WTC-torens en het Pentagon door vliegtuigen worden doorboord). Dus ja. Juist onderzoek laat zien dat zulke extreme calamiteiten mogelijk zijn. Ook ons parlement kan op Prinsjesdag worden platgelegd. Opzet is dan uiteraard waarschijnlijker dan een ‘act of God’ (een inslaande bliksem of een aanlopend wiel van de Gouden Koets dat vlam vat door het aldaar verzamelde stof). Toegegeven, de kans is zeer klein (verwaarloosbaar klein!), maar het risico bestaat. Zeg nooit ‘nooit’.
Vervolgens kwam de vraag op of dat dan ook betekent dat we er vooraf al iets aan zouden moeten doen? Degenen die mij een beetje kennen, zullen het antwoord al wel kunnen raden. Dus nee, ik zou er vooraf niets aan doen en bijvoorbeeld geen circulaire ‘designated survivor’ opstellen. Niet omdat ik de kans zo gering acht, maar omdat ik er niet in geloof dat we altijd op alles voorbereid zouden moeten zijn. Waarom zouden wij ons al vooraf druk moeten maken over het wegvallen van (bijvoorbeeld) het kabinet? Dat zeg ik niet omdat we ook wel zonder kabinet zouden kunnen, maar omdat ik denk dat er vast wel een creatieve oplossing voor gevonden zal worden. Op die bewuste dag kan net een minister of staatssecretaris ziek blijken te zijn, en wat mooi dat deze persoon daarna gelijk in het harnas kan worden gehesen. Of alle twaalf Provinciale Staten komen twee dagen nadien in een vergadering bijeen en kiezen uit hun midden een premier, die aan de slag mag gaan om een nieuw kabinet te vormen. Of misschien is het de Amsterdamse gemeenteraad die zijn burgemeester als premier naar voren schuift (als blijkt dat de Haagse en Rotterdamse burgemeesters bij het inferno in de Ridderzaal zijn omgekomen).Of misschien blijkt er – zoals wij dat bij rampen wel vaker zien – een nieuwe informele leider op te staan; een persoon waar we eigenlijk vooraf niet aan hadden gedacht, maar die op dat moment goed in staat is de gevoelens van het volk te duiden en die binnen twee weken (via een Facebookverkiezing!) wordt verkozen.
Ik ga ervan uit dat u nog zeker wel tien andere mooie oplossingen voor dit dilemma weet te bedenken.
Kortom, goede kerstdagen en een veilig 2018! En laten we vooral de Ridderzaal de komende maanden in de gaten houden.Menno van Duin