Door de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) was ik uitgenodigd deze week (23/11) een lezing te geven over mogelijke crises en mini-crises in zwembaden[1]. Omdat wij in de vijf jaarboeken Lessen uit crises en mini-crises tot nu toe geen 'zwembad-casus' hebben opgenomen, was de eerste vraag die ik mezelf stelde of zich in deze wereld sowieso wel (relevante) crises of mini-crises voordoen? Had het dus wel zin om aan deze bijeenkomst een bijdrage te leveren? Al snel kwamen verschillende casus op mijn netvlies en een nadere bestudering van deze casus gaf voldoende thema's om in een bijdrage te belichten.
Een bekende, maar al wat oudere zwembad-casus (uit 2009) is natuurlijk die van de pedoseksuele zwemleraar Benno L. die in Den Bosch en omgeving les gaf aan gehandicapten en kinderen met watervrees. Er bleken op zijn computer duizenden foto's van zo'n 100 kinderen te staan en er moet ook sprake zijn geweest van aanranding en verkrachting van verschillende heel jonge meisjes. De commotie in Den Bosch en enkele omliggende gemeenten was enorm. Bij verschillende bijeenkomsten werden zo'n 600 geschokte en ongeruste ouders geïnformeerd. De ervaringen die hier werden opgedaan, zouden later in Amsterdam (bij de casus 't Hofnarretje) voor het bestuur, de politie en andere instanties van pas komen.
Ook in Tilburg was er enkele jaren geleden (2011) een aparte casus. In het zwembad vielen twee geluidsboxen naar beneden waardoor een baby omkwam. Later bleek dat de chloorlucht de bevestiging - schroeven en moeren - van de geluidboxen had aangetast, iets wat al tijden bekend was. Vanuit het zwembad waren al enkele keren signalen afgegeven aan de gemeente (eigenaar van het zwembad), maar die deed er niets aan. Toen dat uit een evaluatie nadien duidelijk werd, nam de burgemeester van Tilburg ruiterlijk de verantwoordelijkheid op zich en werd een regeling met de ouders gesloten. De rechter veroordeelde jaren later de gemeente alsnog (tot een boete van € 76.000.
Een recente dramatische casus is de verdrinking van een Irakees meisje in een zwembad in Rhenen. Het meisje was nog maar kort in Nederland, sprak nauwelijks Nederlands en kon niet zwemmen. Na een les schoolzwemmen (haar derde zwemles!) was er klaarblijkelijk onvoldoende toezicht en verdronk zij. Aanvankelijk vervolgde het OM niet alleen een drietal zwemleraren maar ook twee leerkrachten van de basisschool. De rechter achtte alleen het zwempersoneel schuldig aan de dood van het meisje en veroordeelde de zwembadmedewerkers tot taakstraffen. Over het toezicht door de leerkrachten waren geen goede afspraken gemaakt en de onderlinge communicatie tussen het zwembadpersoneel was inadequaat. Recente cijfers van het CBS geven aan dat allochtone kinderen een tot wel vijf maal zo grote kans hebben om te verdrinken (in zwembaden, maar vooral in buitenwater). In 20 jaar kwamen in Nederland 221 kinderen met een niet-westerse herkomst om het leven door verdrinking.
Verder is een wel vaker voorkomend probleem in zwembaden de overlast die jongeren (verschillende keren Marokkaanse maar zeker niet alleen!) veroorzaken; veelal meisjes intimideren en soms ook aanranden. In het verleden waren er forse toestanden in Amsterdam en meer recent in Den Haag en enkele andere steden. De gemeente Den Haag heeft naar aanleiding van deze overlast een protocol ontwikkeld om deze groepen te kunnen weren.
Ongetwijfeld zijn er de afgelopen jaren nog meer mini-crises in zwembaden geweest (zoals in Dronten waar plafondplaten naar beneden kwamen), maar bovenstaande voorbeelden geven al voldoende aan dat ook zwembaden en veiligheid een thema zijn. Een eerste analyse laat zien dat sommige van deze gebeurtenissen weinig met een zwembad te maken hebben (neerstortende plafondplaten of geluidboxen), terwijl bij andere gebeurtenissen het zwembad wel bepalend was (verdrinking in zwembad Rhenen). Het zal niet verrassen dat naarmate het een meer zwembad-specifieke gebeurtenis betreft, de kwetsbaarheid van het zwembad groter is en de kans op verwijten of zelfs vervolging (veel) groter wordt. Uit de analyse volgt ook dat gemeenten –als eigenaar van een zwembad – vaak een belangrijke rol spelen. Soms door paal en perk te stellen (een pasjesregeling voor overlast gevende jongeren) of door vroegtijdig te reageren (wat in Tilburg dus niet gebeurde) op signalen over onveiligheid. Daarmee hebben (leidinggevenden van) zwembaden en gemeenten elk afzonderlijk en gezamenlijk een rol als zich onverhoopt een (mini-)crisis voordoet. Hoewel in de meeste gevallen het kwaad dan al geschied zal zijn, kunnen een goede crisisrespons en effectieve crisiscommunicatie ertoe bijdragen dat de gevolgen voor de betrokken partijen niet nog groter worden.
In mijn bijdrage presenteerde ik ten slotte de bekende veiligheidscultuurtrap.[2] Het is vrij gebruikelijk om binnen een sector te kijken waar verschillende bedrijven zich zo ongeveer op deze ladder bevinden. De ladder bestaat uit vijf treden: pathological (laagste), reactive, calculative, proactive en generative (hoogste). Vaak beoordelen organisaties zichzelf net een trede hoger (en dus beter/veiliger) dan uit een analyse aan de hand van een vragenlijst uiteindelijk volgt. Een mooi citaat uit een NOS-reportage over enkele mini-crises ter illustratie: 'De zwembaden die de NOS heeft gesproken, noemen de incidenten wel een punt van aandacht, maar niet iedereen vindt het nodig om daadwerkelijk maatregelen te nemen. Een zwembad in de gemeente x is daar een voorbeeld van. Zij hebben hun werkwijze niet aangepast, maar zijn zich vooral bewust van het feit dat je als zwembad "echt in de problemen komt" als het misgaat. "Dat willen we natuurlijk voorkomen."' Een mooie bijna pathologische maar ook zeer reactieve reactie.
Er zijn vele honderden zwembaden in ons land en er halen meer dan 150.000 kinderen jaarlijks hun zwemdiploma's; ook brengen enkele honderden miljoenen mensen per jaar een bezoek aan een zwembad. Tegen die achtergrond stellen de hier genoemde mini-crises - zeker omdat een deel niet of slechts in beperkte mate iets te maken heeft met het zwembad als zodanig – mogelijk niet zo heel veel voor. Uiteraard geldt dat niet voor de crisis rond de zwemleraar Benno.L! Tegelijkertijd spreken zwembaden wel tot de verbeelding en krijgen casus zoals die in Rhenen veel en langdurig aandacht. Er is in deze branche, met wat extra inspanningen – zo merkte ik ook uit de reacties – zeker nog wel een behoorlijke veiligheidswinst te behalen. Daarbij zijn slimme methoden van 'bij elkaar meekijken' (auditing) met een 'open leerhouding' goed toepasbaar.
Menno van Duin
[1] Vina Wijkhuijs dank ik voor het kritisch meelezen!
[2] De afbeelding is niet opgenomen in dit blog wegens auteursrecht.