Ik vind het altijd prettig om ook tijdens de vakantie een beetje bij te blijven. Soms doe ik dat in ons Franse huis door naar het Nederlandse Journaal te kijken of naar een Franse nieuwsuitzending maar bijna dagelijks door Nu.nl te scannen en gewoon de Volkskrant of de NRC te blijven lezen. Enigszins verrast was ik wel dat de voorpagina van de NRC-weekendkrant van 4/5 augustus in belangrijke mate in beslag werd genomen door een foto van een brandweerjas en de titel daaronder 'Oorlog bij de brandweer'. Ik ben voldoende ingevoerd in Brandweer Nederland om te begrijpen dat dat wel betrekking zou hebben op het Amsterdamse brandweerkorps. Onderstaand een viertal observaties [1] over en naar aanleiding van dit artikel.
Kern van het stuk in de NRC is dat de Amsterdamse brandweermannen [2] – feitelijk gaat het steeds over de (beroeps)uitrukdienst – nu en in het verleden volstrekt zelfstandig opereren en zelf bepalen wat goed voor hen is. Ook was en is soms sprake van behoorlijke excessen (rechts-extremistische uitingen, discriminerend gedrag, uitsluiten van nieuwe werknemers die zich niet aanpassen aan de heersende cultuur ev.) die soms wel en soms niet succesvol worden aangepakt. Deze misstanden bestaan al decennia en keer op keer zijn er door burgemeesters en commandanten pogingen gedaan om deze misstanden aan te pakken. Nieuwe commandanten kregen steeds weer een opdracht van de burgemeester mee om te werken aan een andere brandweer en aanzetten te geven tot een aanpassing van de traditionele 24 uursdiensten. Twee jaar geleden is oud-politiechef Leen Schaap door toenmalig burgmeester Van der Laan benoemd om nu eens echt schoon schip te maken. In verschillende interviews heeft Schaap inmiddels over de misstanden in zijn korps gesproken en in het NRC-artikel komen enkele van de belangrijkste uitspraken uit deze interviews weer terug. Als iets uit het stuk naar voren komt, is wel dat sprake is van een behoorlijk probleem en dat de nieuwe commandant geen gemakkelijke klus heeft gekregen en feitelijk in staat van oorlog is met een deel van zijn korps.
Zoals gezegd hebben burgemeesters (en hun commandanten) soms wat pogingen ondernomen om deze misstanden aan te pakken. Tevergeefs zo valt te constateren en de NRC verwijt dat vooral de brandweerleiding die nooit echt doorpakte. De situatie is volgens mij echter iets ingewikkelder. Het thema (de te zelfstandig opererende uitrukdienst en de aanpak van de 24 uursdienst) was nu ook weer niet zo belangrijk dat men – korpsleiding maar zeker ook burgemeesters – echt wilde of durfde(n) door te pakken. Voor burgemeesters gold en geldt – en dus ook voor de nieuwe burgemeester Femke Halsema – dat in de snel zich ontwikkelende stad er zoveel dossiers waren en zijn die veel meer aandacht vragen/vroegen (misstanden op en rond de Wallen, een jarenlang dossier van de Noord/Zuidlijn, groeiende toeristenstromen en alle problemen die hiermee gepaard gaan, zeer veelvoorkomende criminaliteit, drugsoverlast, etc. etc.) dat het brandweerdossier als een hete aardappel steeds weer werd doorgegeven. Als men een keer probeerde misstanden aan te pakken of bijvoorbeeld de werktijden probeerde te veranderen, dreigden de beroeps met stakingen, voerden ze acties of bleken ze juridisch voldoende sterk te staan. Het sfeerbeeld dat geschetst wordt in NRC is herkenbaar maar de lange historie en de begrijpelijk lage prioriteit van burgemeesters om nou juist bij dit dossier opeens de nek ver uit te steken, blijven wat onderbelicht. Tegen deze achtergrond is de oproep aan Halsema ook wat goedkoop. Er is hier namelijk sprake van een diepgewortelde Amsterdamse brandweercultuur en veranderingen van culturen zijn buitengewoon lastig en zijn ook breder dan alleen het Amsterdamse (zie laatste observatie).
De Amsterdamse brandweerlieden staan bekend als competente vaklui die voor de duvel niet bang zijn, zo stelt het artikel om vervolgens enkele voorbeelden van branden te geven die ten minste te denken geven over de vaardigheden van diezelfde brandweerlieden. Daarmee geeft het stuk ten onrechte de suggestie dat juist de Amsterdamse brandweercultuur bijdraagt aan een mogelijk onveiliger korps. Daar geloof ik niets van. Overal in Nederland kunnen vergelijkbare voorbeelden worden gevonden en juist gezien de relatief stevige ervaring van de Amsterdamse brandweerlieden zie ik daar nou niet zozeer het probleem en vind ik deze koppeling met onveiligheid echt gezocht.
Het artikel gaat over het Amsterdamse korps. Deels zijn sommige problemen wel typisch hoofdstedelijk. De Amsterdamse arrogantie ('wij weten het beter en doen het beter') is zichtbaar bij bijna alle Amsterdamse organisaties en instellingen. Amsterdam wilde en wil graag de uitzondering op de regel zijn. Een man meer op de uitruk, andere procedures bij de brandweer, een eigen Amsterdamse politieschool. Een deel van de genoemde problemen is wel typisch Amsterdams. Ook de aanpak van de commandant Leen Schaap heeft waarschijnlijk Amsterdamse trekjes. Zaken proberen te realiseren door juist in de media er uitgebreid over (de misstanden) te communiceren. Misschien een bewust afgesproken tactiek, maar wel één met grote risico's. Het artikel gaat ook over de brandweer. De brandweer bestaat niet. Zo'n 80 procent van de brandweermensen is vrijwilliger (beter kan gesproken worden over parttime beroeps gezien de honorering en de eisen die aan hen gesteld worden). Overigens is het zeker niet zo dat die 80% vrijwilligers ook betrokken zijn bij 80% van de uitrukken om niet de suggestie te geven dat beroeps en vrijwilligers helemaal gelijk(waardig) zijn! Hoewel er sprake is van één brandweer zijn de verschillen tussen de beroeps en de vrijwilligers vaak erg groot. Dit artikel gaat feitelijk uitsluitend over de beroepsbrandweer en de problemen en misstanden die zich daar voordoen. Nu werd ingezoomd op Amsterdam, maar het is te gemakkelijk om te veronderstellen dat dergelijke misstanden zich niet ook elders voordeden en soms ook voordoen. Overigens doen zich bij de politiekorpsen vaak vergelijkbare problemen voor en leidt de hoge organisatiegraad onder deze beroeps ook soms tot excessen. Een flink deel van het probleem is inderdaad ook direct verbonden met de 24 uursdienst. Geen organisatie in Nederland kent een dergelijk vreemd systeem waarin mensen tweemaal 24 uur werken (en ook slapen) om dan de rest van de week 'vrij' te zijn. In de hoofdstad is het niet gelukt dit systeem te wijzigen, maar … ook in de rest van Nederland nog steeds niet.
Het artikel gaat ook over de brandweercultuur. De brandweer is een mooie en hechte organisatie met een lange geschiedenis en veel gedeelde waarden. Terecht koestert men ook een stevig imago. Als anderen een stapje terugdoen, stapt de brandweer juist naar voren. Een keerzijde van deze sterke brandweercultuur is dat de brandweer niet erg veranderingsgezind is en daarmee meer structurele veranderingen – zoals ten aanzien van de beroepsbrandweer en de 24 uursdienst waarover al decennia wordt gesproken - nauwelijks plaatsvinden. Hoewel ik op een aantal punten zeker vraagtekens zet bij het artikel in NRC (veel wisten we eigenlijk al) is het tegelijkertijd ook goed dat een breder publiek hier nu een keer kennis van kan nemen. De gesloten wereld van de brandweer wordt een keer ruim en kritisch belicht. Hopelijk pakt de brandweer de handschoen op om nog eens goed na te denken over een paar van de te lang gekoesterde en soms gedoogde uitgangspunten. Om met een spreekwoord te eindigen: 'Als er één schaap over de dam is…'. Het zal dan ook geen toeval zijn dat een zeer gewaardeerd ex-militair (Van Uhm) door Halsema is aangezocht om deze 'oorlog' mede te voeren; of in ieder geval een goede verdedigingsstrategie te ontwikkelen.
Menno van Duin
[1] Dank aan verschillende IFV-collega's voor hun waardevolle commentaren op dit blog. De casus leent zich juist vanuit de invalshoek van crisisbeheersing uitstekend om volgend jaar op te nemen in ons (mini-)crisisjaarboek.
[2] Brandweervrouwen zijn er weinig in Amsterdam.