Als jongetje op een Rotterdamse lagere school werd ik, waarschijnlijk omdat mijn vriendjes het ook waren, meer en meer fan van Feijenoord (pas later werd het Feyenoord). Na veel soebatten mocht ik van mijn ouders (soms) opblijven voor een Europacupwedstrijd. In seizoen ’69-70 culmineerde dat in de Europacup. Dankzij het ‘brilletje van Van Daele’ kwam de wereldbeker dan eindelijk (‘tegen die schoppers van Estudiantes’ won Feyenoord) naar Rotterdam. Op de Coolsingel ben ik de Europacup gaan bewonderen. Diezelfde Coolsingel waar nu alweer zoveel over te doen is. Zelfs nu nog weet ik de opstelling van het gehele succesteam.
Mijn fanatisme voor Feyenoord nam al snel af. De ontluistering was groot - ik volgde de wedstrijd op mijn transistorradiootje - toen Feyenoord het seizoen erna al in de eerste ronde verloor van een onbeduidende Roemeense club (UT Arad). Daarna is het eigenlijk nog maar zeer sporadisch echt goed gegaan, zoals de gewonnen finale in 2002 (met Pierre van Hooijdonk) kort na de moord op Pim Fortuyn, waardoor Rotterdam al in de schijnwerpers stond.
Gelukkig zijn er vele tienduizenden Rotterdammers maar ook eenzelfde aantal niet-Rotterdammers die niet, zoals ik, al snel afhaakten (en hun heil zochten in het Nederlands elftal of plezier beleefden aan goed voetbal van Ajax of PSV) en die nu nog steeds tot de trouwe schare aanhangers van dat Rotterdamse cluppie behoren. Mijn COT en bestuurskundecollega Paul ’t Hart promoveerde in 1990 met een prachtig proefschrift over Groupthink en een stelling over Feyenoord: ‘Eens is Feijenoord weer een topclub’. Of hij al gelijk heeft gekregen, zal ten minste punt van discussie zijn…
Voor mij zijn Feyenoord en voetbal later vooral een thema geworden vanwege het soms excessieve supportersgeweld. Jarenlang was het COT – met adviseur Marco Zannoni ook dezer dagen weer in de media – toonaangevend met kennis op dit terrein. Ik kan me uit mijn COT-tijd nog vele observaties in stadions herinneren; Europacupfinales en rondslenteren door de stad. Na een rustig verlopen finale constateerden wij dat het mooie weer zeker een grote rol speelde in het uitblijven van rellen, waarna Max Pam ons in een column op fijnzinnige wijze fileerde. Onderzoekers zien toeval als de oorzaak!
Overigens bleef het lang niet altijd rustig. De dood van de Ajax-hooligan Picornie – omgekomen in een uitgelokt gevecht tussen Feyenoord- en Ajax-hooligans schokte ons land. Ook gaven de sporadische keren dat Feyenoord dan een keer op het balkon op de Coolsingel mocht komen de nodige toestanden (‘de schietende agent’ in 1999). Vrijwel per definitie braken na afloop rellen uit; en ook Amsterdam kende zo zijn problemen na huldigingen van Ajax in de binnenstad.
Voetbal is op en soms dus ook buiten het veld ‘oorlog’; maar soms vooral zeer zenuwslopend. Schitterend verwoordde Merlijn Kerkhof (redacteur bij de Volkskrant) op 5 mei jl. als seizoenkaarthouder zijn gevoel jegens zijn club. Zijn stuk schetst hoe je als trouw Feyenoord-fan vooral veel moet lijden. ‘Ik weet: dit gaat een keer fout’ en ‘eigenlijk is het een kloteseizoen’ geven uiting aan de eeuwige vrees die een trouwe fan van Feyenoord heeft. Ieder seizoen is er weer een frisse nieuwe start maar uiteindelijk gaat het toch altijd weer mis. Zijn slotzin luidt: 'Als (áls!) Feyenoord straks van Excelsior wint en een huldiging wacht, zal ik opgelucht zijn. Maar voor de jonge supportertjes die denken dat dit succes de normaalste zaak van de wereld is, is het kampioenschap de geboorte van een trauma.' De opluchting is dus ten minste weer met een week uitgesteld, maar de vrees zal er deze week alleen maar groter door zijn geworden.
Een bekende definitie van crisis is van de Amerikaanse rampensocioloog Barton: een situatie van ongekende collectieve stress (Barton, Communities in Disaster, 1969). Feitelijk schetst Kerkhof die ongekende collectieve stress die zich van hem en vele supporters meester maakte, nadat er vanaf oktober steeds meer redenen kwamen waarom Feyenoord dit jaar wel eens kampioen zou kunnen worden. Die ongekende collectieve stress zagen wij eigenlijk nog veel meer op Woudestein toen de Feyenoorders afgelopen zondag volledig verkrampten tegen Excelsior.
Ik wens Merlijn Kerkhof en al die tienduizenden fans dat zij zondag verlost worden van deze collectieve stress en dat het elftal eveneens spelend zonder deze collectieve stress toch nog het zo verdiende kampioenschap kan gaan vieren. Al was het maar om daarmee de onrust in de Rotterdamse binnenstad te beperken.
Menno van Duin