Transportveiligheid is een samenspel van infraproviders, de transportsector, overheden en natuurlijk de veiligheidsregio. Zeker waar het gaat om de duiding van de veiligheidsconsequenties van innovaties. De centrale boodschap in mijn lectorale rede was dan ook dat genoemde partijen juist door de samenwerking zorg kunnen dragen voor veilig transport.
Makkelijk gezegd, maar niet zo maar de praktijk. Een van de instrumenten om bij te dragen aan die samenwerkingen zijn zogenaamde handreikingen. Ik heb er de afgelopen jaren een stuk of vijf geschreven in opdracht van de Raad Directeuren Veiligheidsregio's. Handreikingen die bedoeld zijn voor bestuurders (openstellingsvergunning tunnels, vergunningverlening LNG-tankstations). Handreikingen gericht op planvormers (voorbereiding spoorincidentbestrijding, advisering externe veiligheid LNG-tankstations). En ook operationele zoals incidentmanagement wegvervoer gevaarlijke stoffen. En momenteel werk ik aan incidentbestrijding wegtunnels: handreiking ter de voorbereiding op de samenwerking tussen Rijkswaterstaat en hulpdiensten.
Het gemeenschappelijke kenmerk van deze handreikingen is dat ze gaan over de samenwerkingsaspecten tussen diverse partijen en de hulpdiensten. Ze komen tot stand door multidisciplinaire projectteams (met gemandateerde leden) die reflecteren op het uitzoek- en schrijfwerk door het IFV. Handreikingen zijn geen norm, maar reiken de doelgroep de hand: gebruik die aspecten waarvan je vindt dat ze nuttig zijn.
Dat laatste valt niet mee. Zo kwam ik laatst op een kazerne. Navraag van mij over de bekendheid en het gebruik van een recent verschenen handreiking bij een van de officieren die ik toevallig tegen het lijf liep en waarvan ik wist dat hij (ja, de officier was een man) tot de doelgroep van de betreffende handreiking hoorde was ontluisterend. Hij kende de handreiking niet, en dat terwijl zijn ganggenoot in het projectteam eraan meegewerkt had.
Aj, dit doet pijn bij me. Want mijn doel met handreikingen is niet de handreiking zelf. Het gaat er mij met name om de veiligheidsregio's infraproviders, transportsector hulp te bieden bij (samenwerkings)vraagstukken waar zij mee van doen hebben. Op het brandweercongres 2017 heb ik samen met Robert Polman (vakgroepvoorzitter Infrastructuur en Veiligheid) hier een sessie aan gewijd met stellingen. Het beeld van geringe bekendheid en gebruik werd ook daar bevestigd. Met meer dan 50 personen hebben we toen in drie subgroepen nagedacht over verbeteringen. Ook recent gebruikersonderzoek door het IFV leverde eenzelfde beeld van gebruik en bekendheid op. En afgelopen dinsdag presenteerde ik eenzelfde boodschap in het kennisdelingsoverleg op het IFV waar we met 55 in- en externen dieper ingegaan zijn op de functie van handreikingen, de vorm en de implementatie. Hieronder enkele conclusies:
Handreikingen zijn gestolde (praktijk)kennis en verduidelijkingen van wet- en regelgeving. Derhalve zijn ze van groot belang, al is het maar vanwege de kennisfunctie. Maar handreikingen zijn nooit een doel op zich. De implementatie op de werkvloer vraagt meer dan plaatsing op de websites, toelichtingen in (vakgroep)overleggen, presentaties op congressen en publicaties in tijdschriften. Dit moet blijven gebeuren maar daarnaast is wat extra's nodig:
Kortom, er is nog serieus werk aan de winkel om (multi)handreikingen ten behoeve van transportveiligheid goed geïmplementeerd te krijgen. Een van mijn eerste activiteiten zal dan ook zijn om nog gerichter de vinger te krijgen achter de (nalatende) bekendheid en gebruik. Want 'het doel heiligt de middelen', maar het middel 'handreiking' is thans nog onvoldoende als middel om de regio's, transportbranche en infraproviders de hand te reiken.
Nils Rosmuller