In mijn blog van 6 december jl. bekreunde ik mij over de afwezigheid van publiek beschikbaar cijfermateriaal omtrent verkeersongevallen met voertuigen die aangedreven worden op alternatieve brandstoffen zoals LNG of waterstof. Een zoektocht bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, CBS en infraproviders zoals Rijkswaterstaat en ProRail leverde niks op. Dat is ongewenst omdat daarmee onduidelijk is in welke mate en welke typen van ongevallen zich voordoen. En dat is weer ongewenst voor de veiligheidsregio's omdat zij daarmee hun rol als veiligheidsadviseur en incidentbestrijder niet optimaal kunnen invullen.Signaleren en verbindenIk heb echter ondertussen niet stilgezeten in deze. Een van de taken van een lector is niet alleen signaleren maar ook verbinden. Op het innovatiecongres van het International Road Assessment Programme (IRAP) sprak ik over innovaties in de verkeers- en vervoerssector en de achterblijvende aandacht voor incidentbestrijdingsaspecten hieraan (= signaleren). In de marge van het congres sprak ik Hugo Coppen van verkeerskundig ICT-bureau VIA. Hugo gaf aan dat zijn bedrijf, door een combinatie van databestanden van henzelf en de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), wel tot inzicht in het aantal verkeersongevallen met op alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen kon komen. Binnen het STAR-project (Smart Traffic Accident Reporting) ontvangt VIA de actuele ongevalsdata van de politie. De politie heeft binnen haar systeem een koppeling met de RDW. Er wordt een beperkte set aan RDW-kenmerken vanuit de politie meegeleverd waaronder de hoofdbrandstof van het voertuig. Er zijn dus wel degelijk data alleen niet actueel, eenvoudig bewerkbaar en publiek toegankelijk. En dat is wat mij betreft een groot gemis.
Eind vorige week hebben Merel Ruiter (trainee bij het IFV) en ik met Hugo en zijn collega Erik Donkers gesproken en de data met de VIA Software bekeken. Wat een set aan data en wat een mooie mogelijkheden voor veiligheidsregio's om hier hun voordeel mee te doen (= verbinden).Drie ongevallen per veiligheidsregio per dagHieronder een sneak preview van de mogelijkheden. Zo is de locatie waar ongevallen met elektrisch aangedreven voertuigen en de aard van de slachtoffers met de VIA Software eenvoudig in beeld te brengen.
Op de kaart worden alleen VOC locaties met ongevallen weergegeven waarvan het wegvak, kruispunt of de hectometerpaal bekend is.
Maar ook de jaarlijkse en actuele ongevalsdata in Nederland van elektrisch aangedreven voertuigen zijn inleesbaar en bewerkbaar (personenvoertuigen, scooters, vrachtwagens: alle voertuigen die geregistreerd staan bij de RDW). Zie de cijfers in de tabel hieronder voor de jaren 2014-2018 (2018 betreft enkel de maand januari). De conclusie: je ziet een duidelijke toename van het aantal ongevallen met elektrische voertuigen gedurende de recente jaren.
Combineren we deze cijfers met het aantal elektrische voertuigen dat in Nederland per jaar geregistreerd staat dan zien we een lineaire toename van het aantal ongelukken met de toename van het aantal geregistreerde elektrische voertuigen. Het streven van Rijk is om in 2025 maar liefst 1 miljoen elektrisch aangedreven voertuigen op de Nederlandse wegen te hebben. Een eerste grove inschatting (zonder harde ongevalsgegevens) in mijn blog van juni 2017, dat in 2025 elke veiligheidsregio dan met vijf ongevallen per dag met elektrisch aangedreven voertuigen van doen krijgt, klopt aardig met de werkelijke en actuele ongevalscijfers hierboven. Op basis van beschikbare ongevalsgegevens en lineaire extrapolatie naar het jaar 2025 van dit aantal ongevallen levert dan namelijk op dat er ruim drie verkeersongevallen met elektrisch aangedreven wegvoertuigen per dag per veiligheidsregio zullen plaatsvinden.[1] Derhalve is het van groot belang dat veiligheidsregio's zich hiervan bewust zijn én dat zij goede handelingsperspectieven hebben voor de bestrijding van dergelijke ongevallen. En daar zijn we volop mee bezig samen met de veiligheidsregio's, industrie en infraproviders in zogenaamde communities of practice (battery packs en waterstof).Data delen is data krijgenIk gaf al aan dat naast dergelijke getalsmatige inzichten in ongevalscijfers er naar mijn mening tal van extra analyse mogelijkheden zijn. De VIA Software is niet publiek toegankelijk. Via een betaald abonnement kunnen gedetailleerde analyses worden uitgevoerd. Echter, wanneer veiligheidsregio's ook data verstrekken, dan zouden we een mooie combinatie kunnen maken van extra analysemogelijkheden zonder met geld te schuiven. Ik denk hierbij aan een combinatie van bijvoorbeeld uitrukgegevens (tijden, prioritering, …) van de veiligheidsregio's en de gemeenschappelijke meldkamer. De oriënterende gesprekken hiervoor voer ik samen met de Veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost en STAR. Het zou prachtig zijn om in de toekomst data vanuit de veiligheidsregio te kunnen koppelen aan de data van de politie, de RDW en verzekeraars. Bijvoorbeeld om inzicht te krijgen in diverse veiligheidstrends op de weg, ongevallen met voertuigen aangedreven door alternatieve brandstoffen, uitrukroutes en –tijden en afhandeltijden gekoppeld aan incidentbestrijdingstactieken enzovoort. Dat betekent dus ook dat veiligheidsregio's (meldkamers) de bereidheid moeten hebben hun data beschikbaar te stellen aan derden. Dat is vooralsnog, helaas, geen gemeengoed. Het beschikbaar stellen en koppelen van data (= investeren) lijkt mij een prima brandstof voor alternatieve analyses leidend tot nieuwe inzichten in trends en ontwikkelingen (= innoveren).Nils Rosmuller
[1] Dit is een landelijk gemiddelde en zal per veiligheidsregio verschillen. Dergelijke analyses zijn met deze verkeersongevallendatabase ook mogelijk voor anders aangedreven voertuigen zoals LNG, waterstof (maar natuurlijk ook diesel, LPG en benzine).