Al drie keer heb ik het nationale congres Voorrangsvoertuigen mogen voorzitten, dat georganiseerd wordt door het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen van het IFV[1]. En sinds dit jaar zijn de plannen van het kenniscentrum integraal opgenomen in het werkplan van lectoraat Transportveiligheid. Nog meer dan voorheen gaat mijn aandacht op de weg dan ook uit naar voorrangsvoertuigen, voertuigen van hulpdiensten en andere voertuigen die zich met speciale signalen door het verkeer begeven.
Een paar dagen geleden reed ik in het donker over de Duitse Autobahn en daar vielen mij een paar zaken in deze op. Ten eerst de Rettungsgasse. Bij het ontstaan van een file manoeuvreren de weggebruikers op rijstrook 1 en 2 (je weet wel, geteld vanuit de middenberm), naar de linker-, respectievelijk rechterkant van de rijstrook waarmee een speciale doorgang wordt gecreëerd voor hulpdiensten ('middendoor-rijden'). Misschien iets om ook nog eens in gedachte hebben voor onze Nederlandse auto(snel)wegen waar vluchtstroken steeds vaker benut worden als spitsstrook of vanwege versmallingen geen gegarandeerde doorgang bieden voor hulpdiensten[2]. In Duitsland werkt het in ieder geval goed. Maar dit terzijde.
Een andere registratie op de Duitse Autobahn was het snelle en massale gebruik door weggebruikers van de waarschuwingslampen bij een naderende file. Dit om het achteropkomende verkeer te waarschuwen voor (mogelijk) gevaar. Iets wat bij mij goed werkt, en waarvan ik denk dat we hier in Nederland ook nog meer een gewoonte van zouden moeten maken.
Naast deze positieve waarnemingen werd ik meer nog getroffen door een negatieve. Namelijk de grote hoeveelheid aan vrachtwagens, opleggers, busjes, etcetera dat op de Autobahn rijdt met gele flikkerende en draaiende lichten aan de achterzijde. Dat geflikker en geknipper is bedoeld om medeweggebruikers te waarschuwen voor ….. tsja, voor wat eigenlijk?[3] Waarschijnlijk voor iets ongewoons/gevaarlijks.
Geknipper, geflikker en gedraai van gele lampen Ik deel hieronder met u mijn ervaring bij het in het donker naderen van zo'n geel knipperend 'object'. Ten eerste denk ik: zijn daar in de verte wegwerkzaamheden? Is er file? Een ongeluk? Hmmm, oppassen dus, en ik minder al wat snelheid. Dichter naderend wordt duidelijk dat het 'object' een rijdend voertuig betreft met geel flikkerende, knipperende of draaiende lichten. Ik raak er door afgeleid, soms verblind. En als ik dan op het voertuig lees dat het een 'vehiculo longo', 'convoi exceptionel', 'lang en zwaar voertuig' (LZV) betreft, of zie dat het een iets bredere lading of zoiets heeft dan normaal, dan rijst bij mij de vraag of met dat geknipper, geflikker en gedraai van gele lampen het doel wordt bereikt. Door de veelheid aan voertuigen met oranje, gele, knipperende en draaiende lampen raak ik in ieder geval afgestompt, afgeleid, soms verblind, en gaandeweg licht geïrriteerd. Dat terwijl de gedachte achter de gele waarschuwingslampen is dat ik juist attent zou moeten zijn voor mogelijk gevaar. Dat gevaar is er in mijn ogen vaak niet. In plaats van alertheid resulteert het bij mij in verveling[4]. Voor voorrangsvoertuigen geldt in Nederland: rijdend blauw, stilstaand oranje, optische signalen. Door de veelheid van oranje geknipper en geflikker devalueert ook nog eens de attentiewaarde voor stilstaande voorrangsvoertuigen.
Die wildgroei aan signaalvoerende vrachtvoertuigen (i.c. met waarschuwingslampen) zette me nog wat verder aan het denken over voorrangsvoertuigen. Voorrangsvoertuigen zijn voertuigen van hulpdiensten die zich met optische- en geluidssignalen door het verkeer begeven. Zij hebben daarbij enkele ontheffingen van regels uit het verkeersreglement (zoals door een rood verkeerslicht rijden en het overschrijden van de maximum toegestane snelheid).
Waslijst Ik lees in artikel 1, lid 2 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009[5] dat er een groot aantal instanties (meer dan 20, ik noem het een 'waslijst') is waarvan hun voertuigen zich als voorrangsvoertuig door het verkeer mogen bewegen. Door het kenniscentrum is een algemene richtlijn gemaakt voor de wijze waarop voorrangsvoertuigen zich door het verkeer begeven[6]. Die algemene zaken zouden voor alle aangewezen diensten moeten gelden (zoals de plek op de weg). Menig instantie heeft zo zijn eigen specifieke invulling gemaakt aan hoe zij zich door het verkeer begeven en dat verwoord in 'hun eigen' brancherichtlijn. Het is nu aan de vrijheid van de betreffende instantie overgelaten of de algemene richtlijn gevolgd wordt. Voor mij werpt dit de volgende vraag op:
Begrijpt de medeweggebruiker nog wat hij/zij kan verwachten van een 'willekeurig' voorrangsvoertuig?
Nog los van het feit dat ondanks brancherichtlijnen de toepassing van de richtlijnen in de praktijk weerbarstig is, lijkt me 'de nut en noodzaak-vraag' hier aan de orde. De beoordeling van nut en noodzaak zal niet eenvoudig zijn, maar een ding weet ik wel: de kennis hiervoor is aanwezig binnen het Kenniscentrum Voorrangsboertuigen en zou wat mij betreft aangeboord mogen worden om nog eens goed naar die 'waslijst' van instanties met voorrangsvoertuigen te kijken.
Dit om de medeweggebruiker niet 'voorrangsvoertuig-moe' te maken. Anderzijds om de voorspelbaarheid in het gedrag van het voorrangsvoertuig te vergroten en daarmee medeweggebruikers in staat te stellen goed te kunnen anticiperen op het naderende voorrangsvoertuig. Want juist ook goed anticiperende medeweggebruikers maken het mogelijk om als voorrangsvoertuig veilig en vlot door het verkeer te bewegen.Nils Rosmuller
[1] Dit jaar is het vierde congres Voorrangsvoertuigen op 21 november.
[2] Ik ben mij daarbij bewust van het feit dat de rijstroken op de Duitse Autobahn, breder zijn dan de Nederlandse, net als de belijning. Overigens hebben we dit in 2003/2004 al eens beschouwd met Rijkswaterstaat (n.a.v. de invoering van spitsstroken) en zelfs beproefd op het ANWB Rijvaardigheidscentrum te Lelystad.
[3] De werkzaamheden waarbij in Nederland het oranje licht gevoerd moet worden zijn vermeld in art 6 van de regeling optische en geluidssignalen: https://wetten.overheid.nl/BWBR0025357/2017-09-01
[4] Oplossingsgericht als ik ben dacht ik, rijdend op de Autobahn, aan hoe deze situatie in mijn optiek te verbeteren. De contourreflectie op trucks en tankwagens lijkt me, de echt brede voertuigen uitgezonderd, voor het gros van die flikkerende en knipperende voertuigen een prima manier om aan te geven dat er een vracht-vervoerend voertuig rijdt. Verder hoeft er niet veel gewaarschuwd te worden, al zeker niet door gele flikkerende, knipperende en draaiende lampen.
[5] https://wetten.overheid.nl/BWBR0025357/2017-09-01/
[6] https://www.ifv.nl/kennisplein/voorrangsvoertuigen