Op 7 februari 2017 blogde ik onder meer over alternatieve brandstoffen.[1] Ik constateerde dat de kennis over risico's rondom nieuwe energiedragers/alternatieve brandstoffen zoals LNG, waterstof (H2) en battery packs (bijv. Lithium-ion batterijen t.b.v. elektrisch aandrijving), volop in ontwikkeling is en tegelijkertijd ook nog beperkt aanwezig is. Dat bracht mij er toen toe op te roepen om de krachten binnen veiligheidsregio's en die van het IFV te (blijven) bundelen. En dat hebben we gedaan. Op 8 juni 2017 hebben de lectoraten Transportveiligheid en Brandweerkunde en de Brandweeracademie van het IFV een succesvolle bijeenkomst georganiseerd om de behoeftes te verkennen van de veiligheidsregio's aangaande incidentbestrijding bij ongelukken met alternatieve brandstoffen. Hieronder heb ik beschreven waarom dit zo'n succesvolle bijeenkomst was en welke rafelrandjes we nu zien die het lastig maken te komen tot landelijke uniformiteit bij de bestrijding van ongevallen met voertuigen aangedreven door alternatieve brandstoffen.Moderne risico's: gevaren gebodenVooropgesteld: alle brandstoffen zijn gevaarlijk. Het verschil van alternatieve brandstoffen met traditionele (fossiele) brandstoffen zoals benzine, diesel en LPG is dat we van de traditionele brandstoffen de risico's goed kennen. Het is heel belangrijk voor veiligheidsregio's ook de gevaren van de nieuwe brandstoffen goed te leren kennen. Dan pas kunnen zij zich zo goed mogelijk voorbereiden op deze 'nieuwe risico's' voor samenleving, zowel in de risicobeheersing als in de toch altijd onvermijdelijke incidentenbestrijding.
De hierboven genoemde alternatieve energiebronnen zijn naast energiebron tegelijkertijd gevaarlijke stoffen en zijn daarmee de concretisering van moderne risico's waar alle veiligheidsregio's (voertuigen/vaartuigen rijden in elke veiligheidsregio) in toenemende mate mee van doen krijgen, maar vandaag de dag ook al hebben. Het betreft risico's zoals brand, giftige stoffen, explosies, elektrocutie en/of bevriezingsverschijnselen (LNG).
Ter illustratie: met het Rijksstreven naar 1 miljoen elektrische voertuigen[2] in 2025 zal elke veiligheidsregio in dat jaar gemiddeld met meer dan 5 ongevallen per dag met elektrische voertuigen te maken krijgen. In Nederland vinden gemiddeld een half miljoen ongelukken plaats per jaar (zo ook in 2016) met personenauto's[3], bij een autobezit van ruim 8 miljoen in 2016[4].
Veiligheid betreft het gehele palet: van het kennen en beheersen van risico's tot en met de beheersing en bestrijding van incidenten. Van productie tot overslag en transport, van rijden tot parkeren/stallen en van 'tanken' tot onderhoud tot ontmantelen. In al deze schakels spelen veiligheidskwesties die betrekking hebben op risicobeheersing, omgevingsveiligheid, incidentbestrijding en daarmee ook de arbeidsveiligheid, hulpverleners moeten veilig kunnen optreden.Rijksbeleid: één loket gevraagdHet is Rijksbeleid om de CO2 uitstoot te reduceren, mede ingegeven door het akkoord van Parijs en de EU alternative fuel infrastructure directive[5].
Als het rijksbeleid is om CO2 uitstoot te reduceren en te streven naar schone brandstoffen, dan moet het Rijk de veiligheidsgedachte omarmen. Veiligheid moet altijd een randvoorwaarde zijn. Maar wel van 'het hele palet'. We moeten als veiligheidsregio's niet van het kastje naar de muur gestuurd worden met onze vragen omtrent de risico's en veiligheid van nieuwe energiedragers die door Rijksbeleid worden geïnstigeerd. Bij alternatieve brandstoffen spelen vier departementen een rol: Infrastructuur en Milieu (externe veiligheid, schone brandstoffen), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (arbeidsveiligheid), Veiligheid en Justitie (risicobeheersing en incidentbestrijding) en Economische Zaken (Energieagenda). Maar vooralsnog is er geen duidelijkheid over welk ministerie het voortouw of, op zijn minst, de coördinatie neemt bij veiligheidsvraagstukken rondom alternatieve brandstoffen (en dan vooral de risicobeheersing en incidentbestrijding). En hieraan is wel degelijk behoefte, zo bleek ook tijdens de bijeenkomst op 8 juni. Zowel bij de veiligheidsregio's alsook bij vertegenwoordigers van de NEN, RWS en het Ministerie van IenM die aanwezig waren. Integraliteit en één loket functie is ook hier cruciaal, net zoals dat speerpunten zijn bij de invoering van de Omgevingswet: het streven naar één loket om veiligheid te regelen en te borgen.Veiligheidsregio's: continuïteit gevraagdMaar net als op rijksniveau de betrokken ministeries verbonden moeten worden, zullen de veiligheidsregio's ook de verbinding moeten opzoeken, zo bleek in dezelfde bijeenkomst. 'Verbinden' om te weten van elkaar wie waar mee bezig is en inspanningen af te stemmen en te richten. Maar ook te verbinden met de ministeries en bedrijfsleven. En dat maakt dan ook direct duidelijk waarom op de bijeenkomst van 8 juni zo enthousiast door de aanwezigen werd teruggekeken: er werd kennis en ervaring uitgewisseld tussen veiligheidsregio's onderling, maar ook met het Ministerie van IenM, RWS en de NEN. Lopende initiatieven/inspanningen werden met elkaar gedeeld: van Europese beleidsbeïnvloeding tot de bestrijding van elektrische voertuigbranden in, bij wijze van spreken, Pijnacker. De hoofdconclusie van de aanwezigen in deze bijeenkomst luidde dan ook dat dit initiatief moet worden doorgezet, opdat adviseurs risicobeheersing en incidentbestrijders van de veiligheidsregio's ondersteund worden in hun (pioniers)werk. En dat kan op diverse manieren die aanvullend aan elkaar zijn:
Essentieel hierbij is echter dat de deskundigheidsontwikkeling die in de veiligheidsregio's plaatsvindt, hiertoe gefaciliteerd blijft en wordt. 'Blijft' vanuit de veiligheidsregio zelf, door hun specialisten de mogelijkheid te bieden hier tijd in te stoppen. En 'wordt' door invulling te geven aan de hierboven genoemde manieren van ondersteuning. Het IFV wil hierbij graag ondersteuning bieden: zorgen dat kennis ontwikkeld wordt en zorgen dat er goede kennisnetwerken worden opgericht (naast de bestaande) tussen veiligheidsregio's, overheden en bedrijfsleven. Juist via deze combinatie van veiligheidsregio en het IFV kan er sprake zijn van een gerichte aanpak van moderne risico's, zoals die van alternatieve brandstoffen: toegepaste wetenschappelijke kennisontwikkeling vanuit praktische kwesties.Energietransitie: proactiviteit gevraagdWe zitten als hulpverleners nog teveel in de reactieve rol: we worden niet of nauwelijks betrokken bij de invoering van alternatieve brandstoffen. Dit moeten we zelf veranderen in een meer proactieve rol en waarvan de bijeenkomst op 8 juni een mooi voorbeeld is van hoe dit kan. Maar ook ministeries en bedrijfsleven moeten ons actief betrekken. Want veiligheid is een noodzakelijke randvoorwaarde om grote transities op energiegebied doorgang te laten vinden.
[1] https://www.ifv.nl/kennisplein/transportveiligheid-weg/nieuws/blog-nils-rosmuller-innovaties-verbinden-en-smeden-om-veiligheidskennis-te-verbreden
[2] https://www.tankpro.nl/brandstof/2015/01/28/200-000-elektrische-voertuigen-in-2020-reeel-of-onhaalbaar/
[3] http://www.volkskrant.nl/binnenland/auto-ongelukken-tegen-trend-in-gestegen-vermoedelijk-door-smartphone-gebruik~a4405773/
[4] http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=7374hvv&D1=2-11&D2=0&D3=a&HDR=T&STB=G2,G1&VW=T
[5] http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014L0094&from=en