In 2030 moet de CO2-uitstoot in Nederland met 49% zijn teruggedrongen (Klimaatakkoord, 2018). Om dit doel te verwezenlijken is een transitie naar (meer) duurzame bronnen van energie essentieel (Energieagenda, 2016). Te denken valt aan de energiebronnen biomassa, windenergie, zonne-energie, aardwarmte en geothermie. Een grootschalige transitie zal een forse impact hebben op de fysieke leefomgeving en daarmee op de fysieke veiligheid van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. Omdat een grootschalige overgang naar duurzame energiebronnen een lange implementatietijd zal vragen, zijn de fossiele energiebronnen niet snel uit beeld. Dat betekent dat in de komende tientallen jaren de energievoorziening waarschijnlijk gebruik maakt van een combinatie van fossiele en duurzame brandstoffen. De energietransitie vraagt bovendien om slimme opslag en distributie van energie, zoals in de vorm van batterijen of waterstof.
Nieuwe energiebronnen en -dragers brengen vaak 'nieuwe' risico's met zich mee. Dat zijn risico's waarvan kans op en het effect van een incident nog niet goed in kaart zijn gebracht en/of waarvoor nog weinig betrouwbaar wetenschappelijk of empirisch bewijs bestaat (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2008). Toch is 'veiligheid', naast betrouwbaarheid en betaalbaarheid, een voorwaarde voor het ontwikkelen van nieuwe energieprojecten (Energieagenda, 2016). Om die reden wordt in dit dossier kennis verzameld over de energietransitie.
In dit dossier vindt u onder meer informatie over:
Relevantie informatie
Wetgeving
Nieuws
Publicaties
Links
* Informatie in dit dossier is mede ontleend aan het Infoblad energietransitie ten behoeve van veiligheidsregio's (IFV, 2019). Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via VET@ifv.nl.