24 september 2020
Een bekende uitdrukking uit de crisisliteratuur is 'regering regeer'.[1] Daarmee wordt bedoeld aan te geven dat in crisissituaties de autoriteiten niet te veel in de weg moeten worden gelopen. In crisissituaties worden de reguliere patronen even terzijde geschoven, omdat er snel gehandeld moet worden.
Er is geen tijd voor oneindig overleg; knopen moeten soms snel worden doorgehakt. Dus even geen commissies die alles nog eens zorgvuldig op een rijtje gaan zetten. 'Nood breekt wet' is ook zo'n uitdrukking die daarop aansluit.
Crises zijn nu eenmaal niet alledaags en daarom moeten wij afwijkingen van het normale accepteren. Dat maakt ook dat er in crisissituaties ‒ zelfs in een netwerksamenleving als de onze ‒ veelal sprake is van centralisatie van besluitvorming. Er worden crisisteams gevormd waar de leiders van organisaties elkaar treffen voor overleg.
[1] Vina Wijkhuijs dank ik voor het snelle en adequate commentaar.
In ere herstellen van democratische controleBij wet worden ook extra bevoegdheden aan gezagsdragers gegeven. Toen de coronacrisis aanving was het daarom niet vreemd dat bij de zoektocht naar een geschikte crisisstructuur GRIP-4 kwam bovendrijven. De bevoegdheden van de voorzitters van de veiligheidsregio's zijn in dat geval groot en er kan desgewenst 'doorgepakt' worden.
De koppeling tussen de nationale crisisstructuur en de 25 veiligheidsregio's werd gevonden in het tot dan toe wat onbekende Veiligheidsberaad; het reguliere overlegorgaan van de 25 voorzitters. Weken ging dat goed, maar langzamerhand werd duidelijk dat deze structuur met 25 veiligheidsregio's in GRIP-4 ook door de wetgever indertijd niet bedoeld was voor een langdurige situatie. GRIP-4 past vooral bij een kortstondige ramp of crisis.
Naar verwacht zal de COVID-19-wet (op termijn) in de plaats komen van deze structuur, waarmee ook de democratische controle weer meer in ere hersteld zal worden. Eerst werd deze wet nog een spoedwet genoemd, maar dat spoedige is er nu, ruim zeven maanden na de uitbraak, wel van af.
De laatste maanden is de rol van de veiligheidsregio's groter geworden dan die voorheen was, sinds er gekozen is voor een regionale aanpak. De situatie in Amsterdam was zo anders dan die in Maastricht dat de landelijke sturing inmiddels plaatsvindt aan de hand van escalatieladders en regionale dashboards.
Als in een regio de problemen groot worden en het aantal besmettingen fors toeneemt, zou met maatwerk hierop gestuurd kunnen worden. Mondkapjes in drukke winkelstraten bijvoorbeeld, of vervroegde sluitingstijden van horecagelegenheden, een verbod op het houden van bijeenkomsten in grote evenementenaccommodaties etc. Geen kermis in gemeente A, maar zo mogelijk wel in gemeente B.
Toch hebben deze regionale accenten en maatregelen niet kunnen voorkomen dat met name in de meeste universiteitssteden de aantallen besmettingen snel zijn opgelopen en inmiddels de tweede golf een feit is (al was vooraf niet gedefinieerd wanneer daarvan sprake is). Hoe nu verder is de grote vraag?
Als één ding duidelijk wordt, is dat een louter regionale aanpak niet gaat werken. Nu moeten zes en straks mogelijk 14 of uiteindelijk misschien wel alle 25 regio's bepaalde maatregelen nemen, terwijl het in belangrijke mate gewoon om rijksbeleid en landelijke maatregelen zal gaan. Want:
Zouden wij de komende verkiezingen van begin 2021 niet gewoon een jaar moeten uitstellen om daarmee het kabinet de ruimte te geven om ook impopulaire maatregelen te nemen? Er pleit wel wat voor, maar Wilders en andere oppositiepartijen zullen zich waarschijnlijk niet een jaar rustig (kunnen) houden en de zittende ministers de ruimte geven om als regering te regeren.
Dan maar bij (Covid)wet de rol van het parlement ook formeel verstevigen[3]. De Jonge zal zich weer moeten ontpoppen als de stevige minister die hij was en het lijsttrekkerschap secundair moeten plaatsen (of één van de twee rollen moeten opgeven).
'Regering regeer' betekent dat wij met deze tweede besmettingsgolf naar meer centralisatie van besluitvorming zullen moeten overgaan. De veiligheidsregio's worden weer 'gewoon' uitvoeringsorganen van rijksbeleid. De regionale aanpak waar tot nu toe ruimte voor was, maakt plaats voor nationaal beleid met hier en daar mogelijk nog een regionaal accent.
Menno van Duinlector Crisisbeheersing
[2] Misschien is het bijvoorbeeld verstandig alle competities (veel vervoer van veel spelers in busjes en auto's) gewoon landelijk te verbieden.[3] Uiteraard moeten regering en parlement dan wel haast maken en minder luisteren naar al diegenen die allerlei (vaak principiële) bezwaren maken.
Nieuwsberichten voortaan automatisch in uw mailbox ontvangen? Meld u aan voor onze nieuwsbrief.