21 december 2020
Momenteel is het lectoraat Crisisbeheersing bezig met een onderzoek naar de komende jaarwisseling. Daarbij kijken onderzoekers in meer algemene zin en spitsen zij het toe op een zestal regio's. Dit blog geeft wat overdenkingen op basis van de informatie en gesprekken die inmiddels gevoerd zijn en kunnen daarmee gelezen worden als wat tussentijdse bevindingen.
Misschien is de belangrijkste conclusie die wij tot nog toe - enkele weken voor het jaareinde - zouden trekken weergegeven in de titel van dit stukje: wie het weet mag het zeggen. Natuurlijk kunnen wij en zullen anderen - zeker als het tijdens de komende jaarwisseling stevig mis gaat - achteraf goed verklaren dat de kiem voor dat drama al veel eerder was gelegd; 'eigenlijk hadden we het met elkaar zien aankomen!' Maar de eerlijkheid gebiedt ons nu te zeggen dat het alle kanten op kan gaan. Tegenover doemscenario's en breed uitgesproken wensen ('dat het maar hard regent op dat moment') zijn evenzogoed dempende verwachtingen te plaatsen.
Feit is zonder meer dat de komende jaarwisseling om verschillende redenen er één zal zijn om nooit te vergeten. Natuurlijk kent iedere jaarwisseling opvallende of unieke aspecten maar de komende is voor zover dat (taalkundig) zou kunnen zeker nog unieker. Deze jaarwisseling is boven alles een coronajaarwisseling. Het gaat nóg meer om volksgezondheid dan om vuurwerk, vuur en geweld. De laatste jaren was er al een ontwikkeling gaande om het vuurwerk terug te dringen. Op bepaalde soorten knalvuurwerk was al een verbod gekomen. Enkele maanden voor dit jaareinde kwam daar de – vooral vanuit het Veiligheidsberaad geëntameerde – verbreding bij om voor dit jaar vooral vanwege de potentiële druk op de zorg eenmalig (?) een bijna algeheel vuurwerkverbod in te stellen; kindervuurwerk mag nog. Logischerwijs werd deze beslissing niet door iedereen even enthousiast ontvangen en leidde dat in bepaalde kringen tot meer dan gemor. Het knalde (letterlijk) in verschillende gemeenten dan ook flink de eerste dagen na deze beslissing. Deze jaarwisseling heeft plaats tijdens de coronacrisis en, zoals wij sinds een week ook weten, gedurende een periode van strenge lockdown. De combinatie van een zware lockdown, een al tien maanden durende coronacrisis (met de daarbij behorende forse beperkingen) en een streng vuurwerkverbod geeft een cocktail die op zijn minst potentieel explosief is.
Daarmee zijn belangrijke ingrediënten voor een behoorlijk dramatisch jaareinde gegeven. Voeg daarbij nog het feit dat er al wekenlang fors geknald wordt in grote delen van het land, de illegale vuurwerkverkoop (zeer waarschijnlijk) groter is dan ooit en er al snel een run ontstond op carbid en melkbussen. Veelvuldig spreken personen (die wij interviewen) over het ventiel dat eindelijk open zou moeten. Grote groepen jongeren die al fors gefrustreerd zijn omdat hen dit jaar al zoveel is ontnomen (evenementen, uitgaansmogelijkheden, ruime mogelijkheden elkaar te ontmoeten, studie en een bijbaan), zullen de kans grijpen om tenminste nog één keer los te gaan. Eerdere ongeregeldheden in Den Haag, Utrecht, Arnhem, Urk e.a. zijn daarbij dan een voorbode voor wat mis kan gaan. De jaarwisseling biedt immers al vele jaren een ideale kansenstructuur om vaak straffeloos regels te overtreden. In vele gemeenschappen is generaties lang een cultuur opgebouwd om rondom de jaarwisseling de autonomie te vieren en te laten gelden; 'wij bepalen wat er gebeurt'.
Toch is er naast worstcase scenario's van allerlei snel oppoppende overlast en geweld zeker ook een veel rustiger scenario denkbaar. De hoeveelheden vuurwerk zijn dit jaar vele malen beperkter dan andere jaren. Het illegale vuurwerk is al geruime tijd een doelwit van politie en justitie (opsporing) en er wordt al enkele weken op straat op gereageerd. Een fors deel van de samenleving accepteert de strenge regels die voor de laatste weken van dit jaar en de eerste weken van 2021 zijn opgelegd vanwege de coronacrisis. Deze categorie bestaat niet alleen uit ouderen en er is een reële verwachting dat de onrust juist ook door een zekere mate van sociale controle dit jaar misschien juist wel beperkter kan blijven. De angst is natuurlijk dat de mogelijk resterende flink kleinere groep ordeverstoorders wel voor juist heftiger onrust en geweld (o.a. selectieve vernielingen) zorgt.
Feitelijk is onzekerheid over hoe het straks precies gaat worden met de jaarwisseling momenteel nog wel de grootste zekerheid. Deze onzekerheid is mede zo groot omdat groepen die mogelijk problemen zouden willen of kunnen maken steeds beter in staat blijken onder de radar te blijven. Snelle informatiedeling tussen bepaalde (groepen) jongeren geeft meer mogelijkheden voor plotselinge problemen. Informatieverzameling is lastig voor de politie. Ook jongerenwerkers en anderen, die vaker contact hebben met jongeren, staan door de coronacrisis qua informatiepositie behoorlijk droog. Ook de afwezigheid van evenementen en andere georganiseerde bijeenkomsten maakt het lastiger te voorspellen of en waar zich mogelijk problemen gaan manifesteren. Natuurlijk zullen bekende hotspots ook dit jaar het decor zijn en zullen hotshots van zich laten horen.
Wie vindt dat de overheid veel meer evenementen zou moeten organiseren, mag van onze respondenten uitleggen hoe dat zou moeten. Met de lockdown, met veel ondernemers die niets mogen (en de overheid dan zelf wel?) en met hulpdiensten en gemeenten die al op hun tandvlees lopen. Er wordt wel een en ander online georganiseerd, maar dat zal de echte ordeverstoorders niet achter de computer brengen. Wie een feest van de overheid 'leuk' vindt, is meestal geen notoire ordeverstoorder. Wie zich wil misdragen gaat nu eenmaal ook liever niet met zijn ouders op ski- of zomervakantie. Een feestje in het vooruitzicht stellen in 2021?
Vanzelfsprekend is deze onzekerheid lastig voor politie, gemeenten en andere hulpdiensten en organisaties. Waar bereiden zij zich nu op voor? Moeten zij insteken op een worst case scenario en zo ja welke dan? En waar, want dit is immers een landelijk evenement. Na de rellen van de afgelopen zomer is grof grootstedelijke geweld bepaald voorstelbaar, maar Roosendaal en Urk zijn nou niet bepaald grootstedelijk. Duidelijk is dat bij de jaarwisseling de veiligheid van de hulpverleners en inwoners de eerste prioriteit krijgt en vervolgens krijgt het beperken van ongeregeldheden en openbare ordeverstoringen aandacht. Corona en vuurwerkovertredingen staan – zeker tijdens de jaarwisseling – even logischerwijs op een lagere plek. In dit soort optimaliseren ('satisficing') en slim omgaan met schaarste is de Nederlandse politie van oudsher goed; het zal nodig zijn bij deze jaarwisseling. Wij zien met name dat de politie, gemeenten en sommige veiligheidsregio's al tijden (vaak al eerder dan voorgaande jaren) bezig zijn met voorbereidingen. Daarbij is vooral lastig hoe de capaciteit in te zetten. De operationele politie-inzet wordt fors verhoogd. Hoeveel capaciteit kan je nog achter de hand houden? Hoe is een behoorlijke bezetting en voldoende veerkracht om te kunnen reageren op onverwachte calamiteiten te combineren? In het hele land zijn SGBO's straks paraat en ook landelijk is het NSGBO in die periode actief.Eén ding lijkt wel vast te staan. Het wordt een nare jaarwisseling voor vuurwerkhandelaren. Ze missen omzet. Blijft het rustig? Dan zal worden gepleit voor continuering van het vuurwerkbeleid bij de corona-jaarwisseling. Loopt het uit de hand. Dan wordt waarschijnlijk voorgesteld om ook het 'kindervuurwerk' te verbieden.
Uit de gesprekken spreekt vaak grote professionaliteit gestoeld op jarenlange ervaring. Deze routiniers hoeven wij niet uit te leggen dat slagkracht en improvisatievermogen hand in hand gaan met voorbereiding en goede samenwerking. Misschien is nog wel de belangrijkste tip dat ook de autoriteiten (ministers en burgemeesters) met hun 'tone of voice' aansluiten op deze nuchterheid van de operationeel leidinggevenden en niet te veel de klasssieke 'law and order' en 'zero tolerance' moeten uitstralen. Voor velen in ons land is die toon niet nodig (deze Nederlanders gedragen zich toch wel) en voor de risicocategorie is het eerder een uitdaging dan een waarschuwing die ze ter harte nemen.
Menno van Duinlector Crisisbeheersing