10 januari 2020
Een thema dat al jaren speelt, te weten een verbod op vuurwerk, komt dit jaar opeens in een verrassende stroomversnelling. Jarenlang was er de eerste paar weken in januari de nodige ophef over de laatste jaarwisseling, maar uiteindelijk leidde dat nooit structurele acties.
Oogarts De Faber kon begin januari jaar in jaar uit hetzelfde verhaal vertellen over alle oogletsels en het noodzakelijke vuurwerkverbod zonder dat het effect had. Zelfs het stevige rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV, november 2018) met hun pleidooi voor een verbod van knalvuurwerk en vuurpijlen werd in politiek-Den Haag opvallend genegeerd. Wel werd de laatste jaren met verschillende kleine maatregelen (verkorten van de tijd dat vuurwerk mag worden afgestoken, het instellen van vuurwerkvrije zones, het organiseren van steeds populairder wordende collectieve grote vuurwerkshows, het stimuleren en ook bredere gebruik van vuurwerkbrillen) enige voortuitgang geboekt. Feitelijk zijn - vergeleken met zo'n jaar of tien terug - op een aantal terreinen de problemen eerder af dan toegenomen. Toch is de ophef dit jaar veel groter. De vraag die zich aandient is wel: waarom? Voor bestuurskundigen is dit een prachtig onderzoeksthema. Wat maakt dat de 'policy window' nu opeens open staat en burgemeesters van alle partijen het hardst roepen dat het nu maar eens afgelopen moet zijn? Zonder dat het valt te bewijzen, denk ik zelf dat juist het Scheveningse vreugdevuur-debacle van vorig jaar hierin een belangrijke rol speelt. Waar normaliter begin januari er de vaste discussie wordt gevoerd over het verbieden van vuurwerk (oogletsels, geweld tegen hulpdiensten en het afvuren van vuurwerk naar politie e.a.) en in principe januari 2019 daarvoor - zo kort na het verschijnen van het OvV-rapport - een ideale gelegenheid bood, gooide het Scheveningse vreugdevuur 'roet in het eten'. De eerste paar weken was Scheveningen en het optreden van burgemeester Krikke het thema. Vuurwerk(overlast) bleef vrijwel onbesproken. Vervolgens kwam de aanloop van jaarovergang 2020. Niet eerder was voorafgaand aan de jaarovergang er al zoveel media-aandacht voor de 'oorlog' die ons te wachten stond. Zo was er het na-ijleffect van Scheveningen. De gemeente Den Haag ('de slag om Duindorp') was dagenlang hot-news. Waarnemend burgemeester Remkes werd geprezen om zijn standvastigheid. Feit was natuurlijk dat Den Haag negen maanden niets gedaan had om met de vreugdevuurbouwers tot een aanvaardbaar compromis te komen. De paar weken die na het vreugdevuurrapport restten waren voor de bouwers te gering om garanties te krijgen, een verzekering af te sluiten e.v.. Al deze perikelen droegen wel bij aan een ongeëvenaarde aandacht voor de jaarwisseling 2020.
Wat het ook geweest is, feit is dat wij in tien jaar tijd nog nooit zo dicht bij een vuurwerkverbod zijn geweest als nu. Er worden verschillende argumenten ingebracht die een vuurwerkverbod staven. Het gaat om allerlei soorten van slachtoffers (oogletsel maar ook veel andere soorten van schade: gehoorschade, ledematen), het (toenemend?) gebruik van vuurwerk als wapen tegen politie en andere hulpdiensten, de milieuoverlast en ook worden de huisdieren genoemd. Het vanzelfsprekende 'dit moet toch kunnen' maakt meer en meer plaats voor 'dit is eigenlijk onwenselijk'. Er lijkt steeds meer consensus te komen om in lijn met het rapport van de OvV in ieder geval vuurpijlen en knalvuurwerk te gaan verbieden. Illegaal vuurwerk zal uiteraard nog harder moeten worden aangepakt. Feitelijk vormt dit ook het vuurwerk waarmee agenten, maar ook brandweerlieden en anderen het meest worden belaagd. Toch zijn er verschillende redenen om niet te snel over te gaan tot louter het verbod op (de verkoop van) deze categorieën vuurwerk maar gelijk al het vuurwerk in één keer in de ban te doen. Het gevaar van een slap compromis om de tegenstanders tegemoet te komen, ligt echter op de loer. Ten eerste is het in termen van controle en handhaving veel overzichtelijker als al het consumentenvuurwerk zou worden verboden en wij alleen nog maar in het hele land mooie vuurwerkshows kunnen bezoeken. Ongetwijfeld zal het de eerste jaren alleen maar rumoeriger worden en zal het illegale vuurwerk enorm populair zijn, maar na een aantal jaren zal de publieke opinie (zoals ook bij het roken is gebeurd en nu met 'roetveegpiet' gebeurt) langzaam veranderen. Ten tweede, en dat is natuurlijk nog veel belangrijker, zal een dergelijk beperkt verbod ook maar een beperkt effect hebben. Oogartsen weten dat een heel groot deel van de oogletselschade niet veroorzaakt wordt door dit knalvuurwerk en de vuurpijlen. Allerlei andere vormen van siervuurwerk veroorzaken bij de degenen die het vuurwerk aansteken maar ook bij omstanders (50%!) juist vaak onherstelbare oogschade.[1] Consumentenvuurwerk zou redelijk veilig kunnen zijn als alle consumenten daar goed mee omgaan, maar vele tientallen jaren ervaring leert dat dat regelmatig niet zo is. Velen kennen de verhalen van zo'n grote doos op zijn kant, een te kort lont of vuurwerk dat vroegtijdig afgaat. De combinatie met alcohol (wat onlosmakelijk verbonden is met 31 december!) maakt vuurwerk per definitie al snel (levens)gevaarlijk. Nu eens geen zwak compromis, zou mijn wens zijn.
Menno van Duin
[1] Helaas wordt niet geregistreerd welke soort vuurwerk nu welk letsel veroorzaakt. Voor enig inzicht in de ontwikkeling van oogschadeletsel zie: https://www.oogheelkunde.org/mededeling/presentatie-vuurwerkcijfers.